Nieuws

‘Ik voer een achterhoedegevecht’

Voetbalclub A.F.C. Taba wordt deze week 86 jaar en kent een bijzondere ontstaansgeschiedenis. Tabakshandelaren aan de Nes in hartje Amsterdam droomden van een voetbalvereniging. Voor tabak mocht toentertijd geen reclame worden gemaakt en daarom werd de letter k weggelaten, volgens de overlevering.

Opmerkelijk genoeg werd Taba in 2016 de eerste Amsterdamse vereniging die roken langs de lijn tijdens jeugdwedstrijden verbood. Aad Verkaaik is Tabakker sinds mensenheugenis en roker bovendien. Modern ongeschoren en ondanks het zonnige weer getooid met een Dortmund-voetbalmuts praat hij honderduit over zijn club.

Waaraan merk je de oprichting door tabakshandelaren?
“Aan het tabaksblad in het logo. Buiten hangen historische foto’s, bijvoorbeeld van de oprichters naast een tabaksplant. Het is geschiedenis, heeft nu geen betekenis meer. Hoewel ik als kind nog lucifers aan de deur verkocht, namens de club. In de jaren tachtig hadden onze teams een wietblad in het logo gezet, vonden ze leuk.”

Inmiddels is roken langs de lijn verboden.
“Helemaal niks mis mee. Ik rook sinds mijn veertiende maar dat is een rare gewoonte, gewoon een verslaving. Ik voer een achterhoedegevecht, kijk over de horizon heen en snap dat het de kant van niet roken op gaat. Alleen na elven op dinsdagavond wordt er stiekem nog wel eens een sigaretje opgestoken in de kantine.”

Hoe raakte je bij Taba verzeild?
“Mijn ouders waren zeer actief, mijn moeder heeft nog tot haar tachtigste kroketten gebakken. Ik werd lid in 1967, als tienjarige, en ben altijd blijven hangen. Intussen werk ik niet meer en verzorg ik het onderhoud van het clubgebouw. We hebben bijvoorbeeld zonnepanelen geïnstalleerd. Heel soms bemoei ik me met beleid, maar niet veel. Een rode azijn pissende draad, dat is mijn functie onderhand. De sfeer is prettig beschaafd, er lopen geen klootzakken rond. Het is heerlijk dat ik deze hobby heb,” vertelt hij staande naast de prijzenkast, die bestaat uit een schitterende verzameling op elkaar gestapelde bekers achter glas. Vervolgens laat hij een foto zien van zichzelf en zijn moeder die glorieus boven een pispot hangt.

Taba is ook een schaakclub, klopt dat?
“De schaakafdeling heette Het Grasmat, bestond dertig jaar en is twee jaar terug ter ziele gegaan; de kosten stegen boven de baten uit, zogezegd. Het was een gezellige tijd. Een maatje en ik belegden ooit een avond en binnen no-time hadden we meerdere schaakteams. We waren de enige schaakclub die aanhang meenam naar uitwedstrijden… Op ons Open Grasmat-toernooi werd de finale traditioneel op de middenstip gehouden. Het is eigenlijk bijzonder dat Taba nooit gefuseerd is en dat de naam nog steeds bestaat. We noemden onszelf in de tachtiger jaren, met die werkloosheidsgolf, Tegen Alles Behalve Alcohol. Gingen we nachtenlang door, deed ik om zes uur de kantine dicht. Sommigen gingen werken, ik ging mijn nest in.”

We nemen hartelijk afscheid, Aad steekt er nog eentje op.