Het huis waarin Johan Cruijff opgroeide staat te koop. Maar of er ooit nog iemand gaat wonen, is de vraag. Er gaan stemmen op om er een museum van te maken.
Wat gaat er gebeuren met Johan Cruijffs ouderlijk huis in Betondorp? Sinds sporthistoricus Jurryt van de Vooren ontdekte dat de woning aan de Akkerstraat 32 in Amsterdam te koop komt te staan, kwam een brede discussie op gang.
Sjaak Swart, Mister Ajax, zou het wel weten: “Zeg je Betondorp, dan zeg je Johan Cruijff. En wat is er nou mooier dan een Johan Cruijff-museum op de plek waar hij is opgegroeid?” En met een knipoog: “Het lijkt me dat hij daarvoor spullen genoeg heeft, denk je niet?”
Maar juist een persoonlijk museum, zoals dat ook is ingericht in de geboortehuizen van schrijvers als Multatuli en Theo Thijssen in Amsterdam, zal er niet komen. Sporthistoricus Jurryt van de Vooren weet wel waarom: “Daar is één iemand tegen, en niet de minste: Cruijff zelf. Het zou volgens hem te veel heldenverering worden. Dat ziet hij niet zitten. En zelf vinden wij – woningcoöperatie Ymere, de Cruyff Foundation, de erfgoedcommissie van Ajax, de gemeente en ikzelf – dat ook geen goed plan. Het neigt te veel naar een mausoleum, maar dan zonder lijk. Dat is on-Nederlands.”
Een aantal weken terug werd Van de Vooren door stadsdeel Amsterdam-Oost getipt dat de arbeiderswoning, waar Cruijff opgroeide en tot de dood van zijn vader in 1959 woonde, in de verkoop komt. “Een half uur nadat ik dat op twitter had gezet, stond het bericht al op de Telegraaf-site. Het leeft enorm onder voetballiefhebbers en Amsterdammers.”
Direct realiseerde Ymere zich dat de woning, vanwege zijn ‘bijzondere karakter’, niet zomaar op Funda kan worden gezet. Overigens werd Cruijff er niet geboren: hij kwam op 25 april 1947 ter wereld in het voormalige Burgerziekenhuis aan de Linnaeusstraat. Zijn wieg stond wel in de woning aan de Akkerstraat.
Van de Vooren is één van de mensen die meedenkt over een nieuwe bestemming voor het huis, dat op een steenworp afstand ligt van De Meer, het oude Ajax-stadion. Een van de opties is een ABC-museum: “Ajax, Betondorp, Cruijff,” somt Van de Vooren op. “Daarin vertel je het verhaal dat Cruijff is gevormd door Betondorp en Betondorp in zekere zin weer door Cruijff. Maar de wijk is veel meer dan Cruijff alleen. Het is een heel specifieke buurt, met een rijke historie. Ook Karel van ’t Reve en zijn broer Gerard groeiden er op, om maar wat te noemen.”
Een andere mogelijkheid: de vierkamerwoning omturnen tot een zogeheten talentenhuis. Een plek waar jonge talentvolle sporters, valide en invalide, tijdelijk kunnen verblijven. Van de Vooren: “Zoals je in Amsterdam ook een schrijvershuis hebt, waar schrijvers woon- en werkruimte ter beschikking wordt gesteld. Een talent van Ajax samen met pakweg een volleyballer en een gehandicapte sporter in één huis, dat is een prikkelend idee. Op die manier leren ze van elkaar, niet alleen in mentaal opzicht, maar ook technisch. Dat sluit veel meer aan op de visie van Cruijff en zijn Foundation.”
Voorlopig zit de ‘Akkerstraat-denktank’ nog in de brainstormfase. Een beslissing wordt op korte termijn niet verwacht. “Iedereen denkt mee en dat is leuk om te merken,” aldus Van de Vooren. Maar door een Cruijff Museum kan dus een streep. “Nee, de Akkerstraat wordt geen tweede Graceland.”
Door Iwan Tol
Lees ook:
Nostalgische talentenclub Zeeburgia krijgt nieuwe jas (24-01-2013)