Op een finaal verregende zondag spreek ik in de vernieuwde en bovenal droge kantine van AVV FIT met voorzitter Bert Steghuis. Zondagsclub FIT deelt het clubgebouw met Wartburgia, dat de zaterdag voor zijn rekening neemt.
FIT draagt oranje shirts en is ‘koninklijk goedgekeurd’. Zijn er banden met het koningshuis?
“Die koninklijke goedkeuring is een soort eretitel, gekregen bij het vijftigjarig bestaan volgens mij. Het shirt is altijd oranje geweest, geen idee wat daar de bron van is, maar met het koningshuis heeft het niets te maken. Zoals de broek altijd zwart was en de kousen oranje, ook vóór de koninklijke goedkeuring.”
Hoe zou je de clubcultuur omschrijven?
“We willen familiair zijn en iedereen zich thuis laten voelen, hopen dat de kantine op zondag een extra huiskamer is. Uit spelende teams komen hier terug om een biertje te drinken, dat zegt wel iets. De dames zijn vandaag afgelast, maar komen vervolgens naar het negende kijken. Dat we geen eerste elftal hebben zegt genoeg over onze insteek. Niks moet, alles mag. Het enige wat je moet is negentig minuten achter die bal aan rennen, en zelfs dat niet, je zag er net nog een paar stilstaan buiten. We organiseren leuke feestjes, veel mensen gaan dan verkleed. En als Ajax voetbalt, is het afgeladen vol.”
Dan worden we plotseling onderbroken door een rasechte clubman. Hij vertelt ons in prachtig Amsterdams hoe een grote, zware jongeman beneden in de kleedkamergang onderuit is gegleden: “En Bert, die gozer hád al een gebroken rug, ongelooflijk jongen…” Prompt bekruipt mij een huiskamergevoel. Het duurt even voor we aan de volgende vraag toekomen, maar dat geeft niet. Als het maar meevalt met die rug.
Willen jullie geen eerste elftal?
“Het hoeft niet, maar mocht het zich aandienen: prima. Wij betalen niet, dus behandelen iemand van het eerste hetzelfde als iemand van het tiende. Ze krijgen een trainingspak en tas van ons, maar daarvoor komen ze niet meer tegenwoordig. We hadden vaak vriendenteams als eerste, maar momenteel staat niemand te springen. Eerst mocht dit niet van de KNVB, die er schande van sprak, maar je ziet steeds meer clubs zonder eerste.”
Hebben kleine clubs het sowieso moeilijk?
“Begin deze eeuw, toen ik hier kwam, was het bijna afgelopen. FIT was een echte volksclub, maar de rek was eruit, er waren nauwelijks teams over. Met veel inspanning hebben we FIT overeind gehouden. We hebben ons onder meer op studenten gericht, sommigen hebben inmiddels kinderen maar voetballen hier nog steeds. Ook hebben we enkele damesteams. Oud-bestuursleden draaien nu de kantine. Zonder vrijwilligers kun je niet, zonder hen hadden we allang niet meer bestaan. Nu kom ik hier iedere zondag met plezier heen, helemaal uit Vlaardingen.”