Voorbijgangers in het Diemerpark stuitten afgelopen zondag op een bijzondere gast. In het gras lag een huiler – zeehondenpup – van zo’n drie weken oud. Het dier was gezond, goed ‘op spek’ en ongedeerd. De ingeschakelde dierenambulance hoorde zaterdag al dat de rob was gesignaleerd, maar kreeg toen geen melding.
Sinds de waterkwaliteit in rivieren is verbeterd en daar meer vis leeft, komt het vaker voor dat zeehonden de Nederlandse binnenwateren wateren verkennen. Zolang er genoeg vis is kunnen ze daar prima leven. De meest reislustige zeehond in Nederland glipte door meerdere sluizen en bereikte zo Maastricht.
Dat de zeehondenpup op eigen gelegenheid het Diemerpark bezocht is bijzonder. De dierenambulance vermoedt dat dit komt door open sluisdeuren en sterke stroming vanwege de harde wind afgelopen weekend. Zeehonden, zeker op heel jonge leeftijd, doen zelden de stad aan. Na de geboorte blijven ze twee weken bij hun moeder.
De huiler in het Diemerpark bleek al eerder een ontdekkingsreiziger. Elders in het land was hij bij zijn vondst al twee keer gemarkeerd met een fluorescerende spray. Hierdoor werd snel duidelijk dat zijn woonplaats een natuurgebied tussen IJmuiden en Wijk aan Zee is. Het jonge dier is daar door deskundigen van het zeehondencentrum in Pieterburen uitgezet in de Noordzee.
Voor zover bekend was de vorige keer dat een zeehond Amsterdam bezocht in 2013. Vermoedelijk zocht het toen jonge dier van een jaar oud, dat eerder in het Amsterdam-Rijnkanaal zwom, de route naar het IJsselmeer met als eindbestemming de Wadden- of Noordzee. In de Amstel maakte de zeehond vlak bij de Hermitage (tegenwoordig H’ART) een korte tussenstop.