“Bewoners die de windmolens weg willen hebben moeten deze meeting verlaten, want daar is deze sessie niet voor bedoeld,” hoor ik Juliane Kürschner zeggen, coördinator Regionale Energiestrategie Amsterdam. Ik voel haren in mijn nek prikken. Dat heb ik altijd als ik onrechtvaardigheid voel.
Ik zit als een van de 48 uitverkorenen in een zoomsessie georganiseerd door de gemeente Amsterdam. Een loting bepaalde dat ik mee mocht denken over de plaatsing van zeventien extra windmolens binnen Amsterdam, waarvan tien rond IJburg. Er staan er drie getekend binnen een straal van 300 tot 500 meter van mijn voordeur, in het IJmeer. Ik had verwacht in deze sessie ruimte te krijgen voor mijn vragen en bezwaren. Toch verlaat ik de zoomsessie niet.
Onze GroenLinkse gemeente presenteerde eind oktober trots dat twee derde van de Amsterdammers vóór extra windmolens in de stad is. Een plan laat zeven zoekgebieden zien waarin de gemeente deze windturbines van 150 meter hoog wil plaatsen. Waar tot afgelopen november de provincie nog voorschreef geen windmolens te plaatsen binnen een straal van 600 meter van een woongebied vanwege gezondheid en veiligheid van bewoners, krijgt de gemeente nu carte blanche vanwege het grote draagvlak.
Waarom wordt er gesproken van ‘extra’ windmolens? Steden als Amsterdam blijken niet evenredig te hoeven bijdragen aan de CO2-reductie omdat er te weinig ruimte in de stad is. En als je kijkt wat de klimaatdoelen zijn voor de provincie Noord-Holland zie je dat de provincie al ruimschoots voldoet aan de doelen. Deze windmolens blijken niet nodig voor het nationaal energieprogramma, vandaar dat ‘extra’. Amsterdam wordt het braafste jongetje van de klas.
In het draagvlakonderzoek ‘Houding ten opzichte van extra windmolens in het algemeen’ reageert bijna twee derde van de Amsterdammers positief. Maar kijk je naar ‘Houding ten opzichte van extra windmolens, huishoudens uit het eigen zoekgebied’, dan is nog maar 26% van de ondervraagden uit IJburg, Sciencepark en Zeeburgereiland positief. Van de bewoners staat 61% (meer dan het dubbele) negatief tegenover een windmolen in de eigen buurt.
“Waar willen jullie ze hebben in de Noorder IJplas, jullie moeten NU een keuze maken.” Wij als uitverkorenen zijn verdeeld in groepjes en worden gedwongen te kiezen welke Amsterdammers last krijgen van dag en nacht hoog- en laagfrequent geluid, van slagschaduwen en knipperende lichtjes. Mijn nek gaat weer prikken. De andere uitverkorenen vallen stil. Niemand durft een windmolen in andermans tuin te plaatsen.
Waarom wil de gemeente deze windmolens plaatsen, terwijl:
1. er onvoldoende draagkracht is – 61% van de IJburgers wil dit niet
2. de windturbines ‘extra’ zijn, dus niet nodig
3. er zoveel nadelen zijn, zoals overlast voor bewoners, recreanten en de vogels van het IJmeer?
Jan Rotmans, één van de oprichters van Urgenda, nota bene degene die de overheid dwong tot meer groene energie, laat weten: “Windmolens plaatsen in woongebieden is dom en onnodig, windmolens moeten vooral op zee, op minstens 5 kilometer van de kust waar ze geen overlast veroorzaken, en op land vooral op die plekken waar geen mensen wonen: industrieterreinen, langs wegen, langs dijken en waar nog ruimte is. Op plekken waar mensen wonen creëer je maximale weerstand.”
Op 30 november om 20.00 uur is er een zoombijeenkomst georganiseerd door IJburgers, aanmelden kan via windalarmijburg@gmail.com.
Op 7 december organiseert de gemeente Amsterdam een online bijeenkomst:https://formulier.amsterdam.nl/thema/wonen/online-bijeenkomst-windenergie/Meld-u-aan/
Tekst en beeld: Janine Bakker