Met zomers die alsmaar warmer worden, zoeken steeds meer Amsterdammers het open water op. Maar onderschatting van de risico’s ligt op de loer. Tegelijkertijd voelt niets vrijer dan zwemmen in open water.
En het past in een trend, want deze zomer waren er meerdere verdrinkingen in open water. Of er sprake is van een toename valt niet te zeggen, want de cijfers worden niet goed bijgehouden. Ernst Brokmeier, woordvoerder van Reddingsbrigade Nederland: “We vermoeden dat er jaarlijks zo’n honderd mensen verdrinken in open water. Het is denkbaar dat dat er elk jaar meer worden met onze steeds warmere zomers, maar dat weten we niet. Betere registratie is daarvoor nodig.”
Wat Brokmeijer wél weet dat er veel meer mensen zouden verdrinken als er geen toezicht was. “In 2021 heeft de reddingsbrigade driehonderd mensen gered van de verdrinkingsdood. Daarnaast zijn er tienduizenden zwemmers indirect gered doordat er toezicht is, doordat we mensen aanspreken en waarschuwingsvlaggen ophangen. Maar dat betreft alleen de officiële zwemlocaties. Hoe dat is op alle andere zwemplekken – de officiële en de wildzwemplekken – houdt niemand bij.”
Zwemvaardigheid neemt af
De populariteit van zwemmen in open water zit in de lift, ook in Oost. Enerzijds prachtig stelt Brokmeijer, want zwemmen is gezond. Maar hij waarschuwt ook. Want zwemmen in open water is anders dan zwemmen in het zwembad. “In open water heb je te maken met stromingen, met afwisseling van warm en koud water, met plotselinge dieptes. Het water ziet er prachtig uit, is heerlijk verkoelend, maar er zit vaak een addertje onder het water. Niet iedere zwemmer is zich daarvan bewust. Mannen tussen de 30 en 50 jaar zijn oververtegenwoordigd in onze statistieken. Die denken: dat kan ik wel, maar ze onderschatten de risico’s.”
De algemene zwemvaardigheid in Nederland gaat geleidelijk achteruit. “De meeste kinderen maken hun zwemlessen niet af. Slechts een derde haalt het A-, B-, en C-diploma. Wij zeggen: stimuleer dat alle kinderen drie zwemdiploma’s halen, liefst gecombineerd met zwemlessen gericht op zwemmen in open water. Verder mag iedereen in Nederland zwemles geven. Als ik morgen Zwemschool Ernst opricht, houdt niemand me tegen. Controle op de kwaliteit van die zwemlessen is er niet. En dan zijn er steeds meer Nederlanders die de zwemcultuur niet van huis uit hebben meegekregen. Als je ouders niet kunnen zwemmen, dan is de kans groter dat ook jij het niet kunt.”
Zwemverboden
Ondertussen willen overheden zwemmen in open water meer gaan reguleren. Er wordt steeds vaker gezwommen op plekken waar dat niet veilig is, zoals bij rivieren, kanalen en grachten. Provincies en gemeenten zagen het lang door de vingers, maar gaan de ‘wildzwemlocaties’ nu veiliger maken of actief ontmoedigen.
Om gemeenten daarbij te helpen is een landelijke Werkgroep Wildzwemmen in het leven geroepen. Deze komt eind van dit jaar met een ‘wegwijzer’ voor gemeenten over hoe om te gaan met populaire wildzwemplekken die (nog) geen officiële zwemlocaties zijn. Zwemmers zijn bang dat het zal leiden tot meer zwemverboden. “Het zal neerkomen op een omkering van het systeem,” schreef journalist en zwemster Elsje Jorritsma eerder deze maand in NRC. “Nu geldt in Nederland voor zwemmen; toegestaan tenzij verboden. Dat wordt dan: verboden tenzij toegestaan. Betutteling,” aldus Jorritsma.
Zover is het nog niet, maar de discussie loopt, ook in Amsterdam. De gemeente heeft nauw contact met de Werkgroep Wildzwemmen en werkt aan een intern handboek over zwemmen om de risico’s te beperken.
Foto:
Zwemmers in open water Casper Thiel, Juul Bovenberg en Ingrid van den Hout
Juul: “Kijk eens hoe vrolijk mensen worden van zwemmen in open water. De gemeente Amsterdam mag dat meer faciliteren. Leg bijvoorbeeld meer ballenlijnen in het water. Zodat iedereen weet: daar is het veilig zwemmen.”
Casper: “Zwemmen in open water is heerlijk, maar zorg ervoor dat je zichtbaar bent. Ik zwem altijd met een oranje drijfboei. Ik heb liever niet dat een boot mij over het hoofd ziet.”
Ingrid: “Ik word gelukkig als ik in open water zwem. Het geeft me een diep gevoel van vrijheid. Ik hoop niet dat de gemeente gaat overreguleren. Uiteindelijk ben je als zwemmer zelf verantwoordelijk voor wat je doet.”