In 2010 brengt Het Parool in kaart uit welke Amsterdamse huizen Joden tijdens de bezettingsjaren door de nazi’s zijn afgevoerd. Louise Schiffmacher van Teylingen en haar man Henk ontdekken dat hun woning deel was van Pension Verdooner, waar aan het eind van de oorlog 36 mensen zijn gedeporteerd. Voor de Wehrmacht was het een lugubere thuiswedstrijd, de krijgsmacht van de nazi’s huisde in het naastgelegen pand.
De sombere geschiedenis van hun huis aan de Weesperzijde grijpt Henk en Louise aan. Op 5 mei datzelfde jaar stellen zij in overleg met buurtgenoot Annemarie de Wildt, conservator bij het Amsterdam museum, hun huis open om het pijnlijk oorlogsverleden van de woning een hedendaags gezicht te geven. In totaal komen tien mensen langs. De samenkomst begint met koffie en eindigt met – op de manier zoals wijlen Louises grootmoeder die geserveerd zou hebben – oranjebitters en zoute kaakjes om ‘de vrijheid in te leiden.’
De kleinkinderen van Leendert Pop, een van de vroegere bewoners van Pension Verdooner geven Henk en Louise een foto van hun grootvader. De charismatische uitstraling van de gepensioneerde ketellapper op de Albert Cuyp maakt enorme indruk op Henk en Louise. “Leendert is een kleine man van in de 80. Hij heeft een uitermate vriendelijk gezicht met een gelukzalige glimlach, mooi grijs sikje en krulsnor en is op zijn paasbest gekleed. Wandelstok, hoed en gepoetste schoenen. Omdat de bomen vol loof zijn, vermoeden we dat de foto ergens in augustus en voor de oorlog is genomen. Hij draagt nog geen ster.”
De foto krijgt een speciale plek in huis. “We waren als het ware verliefd, details als bijvoorbeeld een wandelstok werden een soort relieken.” Beiden speculeren over wie Leendert was en hij begint in hen te leven. Behalve dat Louise al dertig jaar met Henk aan de Weesperzijde woont, ligt hier ook een deel van haar verleden. Haar grootouders hadden een bakkerij in de statige wijk aan de Amstel. Opa bakte, oma bediende de klanten en deed de boekhouding. Haar moeder, ooms en tantes stonden in de winkel en deden de bezorgrondes.
Ze vraagt zich af of Leendert haar grootouders heeft gekend. “Misschien kocht hij wel brood bij hen. Of nam hij zijn hoed voor ze af bij het elkaar passeren op straat.”
Als Henk en Louise terugkomen van een vakantie in Catalonië zien ze dat de foto is verbleekt. “We borgen hem op in een la met de belofte aan Leendert er iets mee te gaan doen. We hadden al jaren gedachten over gestalte geven aan het verleden van ons huis, Stolpersteine laten leggen bijvoorbeeld. Maar dat zouden er meteen 36 zijn. Die elke dag zien is erg confronterend. Als het door de stenen een veel bezochte gedenkplek zou worden, is dat ook heel drastisch.”
Louise besluit een oud idee van Henk te voeren. “Na het overlijden van goede vrienden had ik de drang een beeld van hen te maken. Henk bedacht al in 2010 ook Leendert zo te vereeuwigen. Lange tijd schoof ik het voor mij uit. Ik maak kunst, heb Henk en daarnaast nog een druk leven. Toen hij het opnieuw bij mij aanwakkerde, besloot ik het te doen.” Ze maakt twee wassen beelden, eerst een kleine als studieobject, daarna een met het beoogde formaat van zo’n 70 centimeter hoogte. Henk vindt de sculptuur van Leendert mooi aansluiten bij een Amsterdamse traditie van beeldjes. “Ik dacht meteen aan Het Zagertje in het Leidse Bosje en de violist op het Tweede Marnixplantsoen.”
Het beeld maken is een emotioneel proces. “Het was een tijdrovend gevecht. Ik heb nooit eerder zoveel gevoeld bij beeldhouwen. Leendert is voor mij liefde en onschuld. Hij werkte zijn leven lang hard, was vader van elf kinderen, echtgenoot en boegbeeld van een teloorgegane cultuur. Nu de sculptuur klaar is heb ik het gevoel te zijn bevallen van een oude man.” Beiden zijn tevreden over het resultaat. “Leenderts sculptuur is een mooie samenwerking van gelijkgestemden.”
Om van het wassen beeld van Leendert een bronzen sculptuur te maken, is het gebruik van een mal noodzakelijk. Tot die tijd bewaart Louise de beelden zorgvuldig en zo koel mogelijk. “Het warme weer van deze dagen is bijna funest voor het materiaal. De beelden zijn nu heel teer.”
Om de realisatie van het beeld te voltooien zoekt stadshistoricus Rogier Schravendeel financiële steun bij culturele organisaties en de gemeente. Ook is hij een crowdfunding begonnen. Doel is dat het beeld aan de Weesperzijde wordt geplaatst. De kosten van een gegoten beeld en sokkel zijn geraamd op zo’n 10.000 euro. Van dat geld wil Louise niets zien. “Henk en ik hebben geïnvesteerd in materiaal, daarnaast zit al mijn liefde in het beeld. Daar willen we geen cent voor terug. Ons gaat het erom dat Leendert straks tijdens alle jaargetijden over de Amstel kan kijken. Zijn beeld is niet specifiek een gedenkteken, het is een verbeelding van de Joodse cultuur met als doel die levend te houden.”
Bijdragen? Hier is de link naar de inzamelingsactie.
Lees ook Henk Schiffmacher in De Jas: ‘Het avontuur begint bij een leeg doek’.
Foto Louise Schiffmacher