Het water stijgt en het Flevopark verzakt, dat is het verwachte scenario voor de komende tientallen jaren. Alleen: hoe bescherm je het park daartegen, en tegen welke prijs? Kies je voor natuur of kies je voor een aangeharkt recreatiepark? Voor natuur uiteraard, stellen de Vrienden van het Flevopark. Tijdens een wandeling door het mooiste park van Oost leggen ze uit waarom.
“Een-twee-drie-vier…” Met grote passen meet Goos van der Sijde de breedte van de oeverstrook die zou verdwijnen als hier straks een dijk zou worden aangelegd. Een strook van acht tot tien meter breed, dat is de schatting. Het zou het verlies betekenen van het meest verwilderde stukje Flevopark. Een stiltegebied, niet alleen voor bomen, planten en dieren, maar ook voor wandelaars die hier een uurtje afzondering zoeken van het drukke stadse leven.
Een dijk over vrijwel de gehele oeverlengte van het Flevopark, van de Amsterdamsebrug tot aan de tennisbanen, met zo’n zevenhonderd meter beboste oever langs het Nieuwe Diep. Dát is het plan van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, dat gaat over dijkbeheer in Amsterdam. Voor het Flevopark zou dat volstrekte kaalslag betekenen, legt Martine Litjens uit, voorzitter van de Vrienden van het Flevopark. “Een oeverlandschap dat de afgelopen 75 jaar in alle rust heeft kunnen ontstaan zal dan verdwijnen. Honderden bomen zullen verwijderd moeten worden, veel méér dan volgens ons noodzakelijk is. Het betekent een aangeharkt park, met geasfalteerde paden, zoals het Vondelpark en het Oosterpark. Van het natuurlijke karakter van het Flevopark blijft dan niets meer over.”
Moerasbos
Dat kan en moet anders, vinden de Vrienden. Zij pleiten voor een zogenoemde Padenvariant, waarbij een deel van de huidige wandelpaden in het Flevopark gemiddeld zo’n dertig centimeter wordt opgehoogd. De paden vormen zo een dijkje dat het park zal beschermen tegen opkomend water. Het oeverlandschap, zeg maar het ‘buitendijkse’ gebiedje dat hierdoor zal ontstaan, zal van karakter veranderen, legt Van der Sijde uit. “Dat wordt natter, doordat het soms deels onder water komt te staan. Sommige bomen, zoals beuken, zullen daardoor omvallen en verdwijnen, andere soorten, zoals wilgen, elzen en populieren zullen juist floreren. Het zal geleidelijk meer een moerasbos, een broekbos worden.” Arjan Wiering: “Je krijgt een zeldzaam stukje natuurhistorisch landschap in Amsterdam. Met knuppelpaden, paden met plankieren, kun je er een mooie route over uitstippelen. Daarmee krijgt dit broekbos ook een educatieve waarde. Litjens: “En niet alleen dat, met ons plan sparen we ruim honderddertig bomen die in de plannen van het Waterschap zouden sneuvelen.”
Stadsdeelcommissie passief
De oevervariant versus de padenvariant, dat is de kwestie. Tot teleurstelling van de Vrienden heeft het Waterschap inmiddels ondubbelzinnig gekozen voor de oevervariant. Alle alternatieve varianten die ter tafel lagen zijn terzijde geschoven. We zijn daar verbaasd over, zegt Wiering. “We waren vorig jaar actief betrokken bij een breed en open participatietraject als onderdeel van alle planvorming. We hadden daarom goede hoop dat het Waterschap onze ideeën zou opnemen in haar uiteindelijke voorkeursvariant. Dat is niet gebeurd.” Litjens: “Daarmee is de kous af, aldus het Waterschap. Ze zeggen: We hebben met jullie gesproken, nu zijn we klaar.”
Ondertussen houdt stadsdeel Oost zich afzijdig, stelt Marc van Dongen, behalve Vriend van het Flevopark ook lid van de stadsdeelcommissie Oost namens de SP. “Het stadsdeel weigert het Waterschap te adviseren haar gemaakte keuze te heroverwegen. Ik heb geprobeerd de stadsdeelcommissie hiertoe te bewegen – zij gaat daarover –, maar dat is niet gelukt. VVD, D66 en PvdA, drie politieke partijen in de commissie, wilden geen advies geven. Dat is vreemd, want het Flevopark is van de gemeente Amsterdam, en dus van stadsdeel Oost. Bovendien is de stadsdeelcommissie er voor de belangen van de bewoners van Oost. Die zitten denk ik niet te wachten op de kaalslag en vernietiging van een deel van het Flevopark.”
Oost versteent
Politieke onwil, zo noemt Van Dongen het. Hij is er niet verbaasd over. “Amsterdam-Oost versteent, ondanks alle mooie politieke woorden over vergroening. De gemeente komt haar eigen vergroeningsnormen niet na. Kijk naar het Diemerpark, waar meer plastic sportvelden en parkeerterreinen komen, kijk naar de plannen voor Zeeburgereiland, dat extreem dicht bebouwd wordt, vrijwel zonder groen. En nu dus het Flevopark.”
Het is de vraag hoe het daarmee verder zal gaan, vervolgt hij. “Het Waterschap moet nu met een uitvoeringsplan komen. Daar horen ook de kapvergunningen bij voor honderden bomen. Ik verwacht dat daar veel bezwaren tegen komen, ook van de Vrienden. Voordat al die bezwaarprocedures afgehandeld zijn, zijn we drie jaar verder. Tot die tijd – en hopelijk tot in de verre toekomst – kunnen bewoners van Oost blijven genieten van het wilde groen van het Flevopark.”
Foto, v.l.n.r.: Irene Kollmer (penningmeester), Arjan Wiering (secretaris), Martine Litjens (voorzitter), Goos van der Sijde (werkgroep Ecologie & Natuur). Vrienden van het Flevopark vreest dat door de dijkplannen van het Waterschap, waarbij veel bomen gekapt moeten worden, het Flevopark zal verstenen.
Vrienden van het Flevopark vreest kaalslag door dijkplannen van het Waterschap
