De Wethouder Verheijhal biedt tijdelijk onderdak aan tweehonderd vluchtelingen, voornamelijk afkomstig uit Syrië. Dat is een noodoplossing tot zij asiel aan kunnen vragen in Ter Apel. Daar is nu geen plek.
Ahmed Al Agha trekt een donkergrijze kabeltrui over zijn hoofd. “Hoe staat het?” vraagt hij in het Engels aan vrijwilligster Nikki. Mooi, antwoordt ze. “Beter dan wat je eerst had.” Zijn andere trui, een blauw fleecejack, heeft hij drie weken aan gehad. De andere kleding die hij bij zich had, ging in Griekenland de container in. “Ik hoorde dat hier de winters streng zijn.”
Normaal gesproken wordt in deze ruimte van de Verheijhal kickboksles gegeven, maar nu heet het voor even ‘de winkel’. Hier worden de kleren die buurtbewoners brengen uitgestald en verdeeld door vrijwilligers. De vluchtelingen kunnen uitzoeken wat ze nodig hebben.
Al Agha (43) komt uit Damascus. Tot hij naar Libanon vertrok, werkte hij voor Nestlé. Zijn vrouw en kinderen van drie en vijf zijn daar nog. “Zijn ze veilig,” wil Nikki weten. “Nee, helemaal niet. In Damascus zie je iedere dag moordenaars en bloed.”
In Turkije stapte hij op een bootje naar Griekenland. Van Griekenland ging het naar Macedonië en via Servië, Oostenrijk en Duitsland kwam hij uiteindelijk in Amsterdam terecht. “Ik wil hier blijven. In Nederland, geen ander land. Ik vind het een geweldig land.” En nee, hij is hier nog nooit eerder geweest, maar de mensen zijn aardig en er heerst vrede.
Hij had twee huizen in Syrië. Om zijn reis te kunnen betalen verkocht hij er een. Voor 3500 euro. Of hij ooit nog terug kan, weet hij niet. “Ik zie de toekomst somber in.” Ahmed hoort bij de grootste groep vluchtelingen die wordt opgevangen in de sporthal: mannen uit Syrië die in hun eentje hiernaartoe gekomen zijn. Vrouwen en kinderen zijn in de minderheid. De andere grote groep komt uit Eritrea. Er bivakkeren in ieder geval voor een week tweehonderd mensen in de sporthal.
Na een wat chaotisch begin komt er nu structuur in, zegt beheerder Adel Tissouladi. Het zweet staat hem op het voorhoofd, van het duwen van een grote kar vol met kinderspeelgoed. “Het is aardig op de rails.” Overal zijn vrijwilligers druk met het sorteren van de vrachtladingen spullen die buurtbewoners zijn komen brengen. Minstens vijftig lopen er rond, zegt Tissouladi, bijgestaan door het Rode Kruis, de gemeente en Stichting Dynamo.
Het is de vraag of al die ruimhartig gedoneerde spullen nu wel nodig zijn. De vluchtelingen zijn maar even in de sporthal, zo gauw als mogelijk zullen zij doorreizen naar Ter Apel, waar hun asielprocedure begint. Voor andere opvanglocaties riep de gemeente al op om geen spullen meer te doneren. Onder andere in Nieuw-West en in Zuidoost worden mensen opgevangen tot ze terecht kunnen in Ter Apel, het asielzoekerscentrum waar zij hun aanvraag kunnen doen. In de Wethouder Verheijhal wordt dan ook niemand geregistreerd.
Niet eerder meldden zich zoveel vluchtelingen in Amsterdam. In de maand augustus meldden zich 1370 vluchtelingen in de stad. In augustus 2014 ging het nog om 517 mensen. Dit jaar was dus sprake van bijna een verdrievoudiging. In heel 2013 telde de vreemdelingenpolitie in Amsterdam 543 mensen. In 2014 waren dat er 3675.
Burgemeester Eberhard van der Laan is van plan om vijftienhonderd vluchtelingen in Amsterdam tijdelijk onderdak te bieden. Hij heeft vastgoedondernemers gevraagd om ruimte die geschikter is voor langere termijn beschikbaar te stellen.