Middenvelder Frank Ulrich (TOS-Actief) voetbalt voor het vierde elftal in de reserve vierde klasse zaterdag. Hij maakte vorig jaar de overstap van WV-HEDW, waar hij in de eerste selectie speelde. De sociaal bewogen Ulrich vertelt toegewijd over zijn voetbalverleden en een vrijwilligersproject in Ghana.
Waar heb je gevoetbald?
“Ik begon bij TOS-Actief, bleef tot ongeveer mijn 21-ste. Ik was bescheiden, nauwelijks ambitieus. Anderen gingen naar Talentendagen bij Ajax, ik voelde me goed bij TOS. Met het eerste promoveerden we naar de vierde klasse. Daarna kregen we een trainer die er weinig van kon en kwam ik erachter dat sommige jongens betaald kregen. Niet zij die er al jaren speelden, maar jongens van buiten. Ik had vrienden bij WV-HEDW en dat niveau was iets hoger, dus ben ik overgestapt. Mijn absolute hoogtepunt daar was promotie naar de tweede klasse na een directe confrontatie met de concurrent. Daarna ben ik nog viermaal kampioen geworden met WV, met het eerste en het tweede. Inmiddels ben ik terug bij TOS.”
Vanwaar die overstap?
“Ik bungelde tussen WV-HEDW 1 en 2. Ik trainde met het eerste en speelde met het tweede, hoorde nergens echt bij. WV is geweldig, maar ik wilde met m’n vrienden bij TOS voetballen. De trainers vonden het jammer. Ik klaagde nooit, stond er altijd, zelfs als ik eigenlijk geen zin had. Ik heb echt getwijfeld, trilde toen ik het vertelde, maar het luchtte op. Ik kreeg applaus van mijn medespelers. Heel bijzonder na zeven mooie jaren.”
TOS-Actief 4, hoe is dat?
“Meer vrijblijvend, minder serieus. Vrijwel altijd komen mensen te laat of zelfs tijdens de wedstrijd. Sommigen verslapen zich bijna wekelijks. Even wennen, maar ach, ik accepteer het maar. En de kleedkamer is even gek als bij WV.”
Je verbleef vier maanden in Ghana. Vertel eens?
“Mijn vriendin liep stage. We zetten ons in voor dezelfde stichting, voor een betere toekomst voor kinderen. Ik ben trainer geweest van tienerjongens. De taalbarrière bleek moeilijk en ik merkte dat ik geen betere voetballers van ze ging maken. Daarom heb ik via sociale media geld ingezameld ter verbetering van de omstandigheden. We kregen een beter veld, nieuwe ballen en doeltjes. Ik heb met de Ghanese trainers meer structuur aangebracht: een terugkerend weekprogramma en duidelijker taakverdeling. Een van hen traint een eerstedivisieclub, FC Tanga. Zat ik tijdens een competitiewedstrijd als een assistent op de bank. In de rust vroeg hij mijn mening; ze nemen veel van me aan omdat ik Nederlands ben. Maar het mooiste was de blijdschap van die jongens. Ze geloofden niet dat ze werkelijk nieuwe spullen kregen. Voor hen heel belangrijk, voor mij geen moeite. Veel jongens voetballen zonder schoenen. Als ik terugga, wil ik daar iets aan doen.”