Sport

Trainer Kees de Vrij: ‘Zolang ik het fysiek trek, ga ik door.’

Speels, fanatiek, gedreven. Het zijn woorden die Kees de Vrij (56) uit Zeeburg typeren. Dit jaar is hij vijfendertig jaar actief als trainer: in de winter op de Jaap Edenbaan, en vanaf deze week weer op de racefiets.

In 1979, hij studeerde nog, werd hij gevraagd om schaatsles te gaan geven. Al snel daarna volgden ook fietstrainingen. En hij is het blijven doen. Momenteel is De Vrij in dienst bij het sportcentrum van de VU en het USC. Hij werkt voornamelijk met recreanten, maar begeleidt ook mensen met een hoger niveau.

“Ik ben net een boer,” zegt De Vrij, “ik werk met de seizoenen. Net wanneer het schaatsen mij verschrikkelijk de keel begint uit te hangen, zoals nu, dan lonkt het wielrennen. En als de blaadjes vallen en het op de fiets minder aangenaam wordt, dan mag ik weer schaatsles geven. Door deze cyclus blijft het fijn. Bovendien probeer ik mezelf steeds opnieuw uit te vinden. Andere routes, bij andere trainers kijken, filmpjes van topsporters bekijken en daar nieuwe oefeningen bij bedenken.”

Grutto’s en gierzwaluwen
Zijn geheim? Daar is hij bescheiden over. “Ik word vaak de entertrainer genoemd,” vertelt hij aarzelend. “Dan zeggen mensen: Kees, die is altijd vrolijk! Ergens vind ik dat leuk, maar als ze het alleen dáár over hebben, word ik een beetje sikkeneurig. Want inhoudelijk heb ik wel degelijk iets te melden. In het begin was de verleiding groot om er zoveel mogelijk informatie in te pompen. Hoe meer, hoe beter, dacht ik. Maar daarmee leg je iemand, onbewust, ook een soort druk op. Dus nu stap ik, na een korte uitleg, vaak heel bewust opzij.
Als iets dan lukt, bijvoorbeeld een waaier rijden, of een loeiharde trein langs het Amsterdam-Rijnkanaal, geniet ik intens. Net als van de mooie omgeving. Ik ben geograaf, dus onderweg valt mij veel op. Een jubelende veldleeuwerik, grutto’s, gierzwaluwen die weer terug uit Afrika zijn. Vroeger kon ik hier, tijdens een korte pauze in de training, nogal eens over uitweiden. Tot iemand zei: ‘Zullen we nu weer gaan fietsen?’ Sindsdien houd ik het meer in toom.”

Gedichten op het stuur
Zelfs op zijn vrije dagen kan hij het fietsen niet laten. Meestal pakt hij dan zijn stalen ros, zijn all-time favorite uit 1987, en maakt hij een tochtje door Waterland. Alleen of met zijn vrouw Marga. Verrekijker mee, en vogeltjes kijken. “Ook heb ik altijd iets te lezen bij me. Thuis heb ik een doos met gedichten die ik uit de krant heb gescheurd. Voor vertrek pak ik er altijd blind twee uit en die plak ik op mijn stuur. Al fietsende verdiep ik me daarin. Een feest voor de ziel.”

In 2000 zag het ernaar uit dat hij nooit meer zou kunnen sporten. Complexe beenbreuk. “Anderhalf jaar lang heb ik in een rolstoel gezeten. Dat was een vrij wanhopige tijd. Schaatsen, fietsen, het zou nooit meer gaan gebeuren. Ik was mezelf al aan het omscholen tot docent Nederlands. Maar net toen de artsen de hoop hadden opgegeven, bleek het bot toch aan elkaar te zijn gegroeid. Daar zat wel iets magisch in.
Sindsdien tel ik mijn zegeningen. Iedere dag, iedere training, iedere fijne interactie met een cursist, het maakt me een blij mens. En ik zie mezelf nog wel een hele tijd doorgaan. Al moet ik er voor waken dat cursisten gaan denken: nou, opa, kom op. Maar zolang dat niet gebeurt, en ik het fysiek trek, ga ik door. Tot ik er bij neerval!”

Wielertraining
Zaterdagochtend 22 maart startte de eerste wielertraining van dit seizoen, onder leiding van Kees de Vrij. Vertrek als altijd vanaf het Science Park. Meer info www.usc.uva.nl.

Rubriek Sport