Sinds eind september is Jill Eekhart (31) voorzitter van DVVA. Ik spreek haar in de charmante kantine van de van oudsher studentikoze voetbalvereniging. Er staat een tafelvoetbalspel met vrouwelijke speelpoppen en verderop een collectebus van Alzheimer Nederland. DVVA is meer dan een voetbalclub, lijkt het te willen uitstralen.
Vertel eens over het moment dat je voorzitter werd?
“Dat gebeurde tijdens de algemene ledenvergadering. Het was druk, zo’n tachtig man, en best spannend. Hoe zou mijn woordje richting mijn voorganger ontvangen worden, zouden er kritische vragen komen? Maar iedereen was enthousiast. Ik vind het bijzonder om voorzitter te zijn van deze mooie voetbalclub en voel vertrouwen van de leden. Hoewel ik de eerste vrouwelijke voorzitter ben, kreeg ik geen verraste reacties. Er is een actieve damestak en er zijn meerdere vrouwelijke bestuursleden geweest, dus het past bij deze club. Maar afgelopen maart was ik bij de KNVB te gast als spreker en merkte ik wel dat mensen me vreemd aankeken. “Weet je hoeveel tijd zo’n voorzitterschap kost?” vroeg iemand bijvoorbeeld. Dan zie je dat ze het niet gewend zijn. Er zijn drie andere vrouwelijke voorzitters in Amsterdam, maar ik ken ze niet persoonlijk. Ik ontmoet ze ongetwijfeld eens, maar ga ze niet opzoeken omdat we toevallig vrouw zijn. Het wordt bijzonder gevonden, maar voor mij is het dat niet.”
Hoe bevalt het?
“Ik was al bestuurslid, dus helemaal nieuw is het niet. Ik merk dat meer mensen me kennen en dat ik vaker word aangesproken met vragen. Dat is niet erg, maar soms lastig. Het is goed als mensen meedenken, maar ik kan niet alles oppakken. Het voelt soms bot, maar veel dingen verwijs ik door. Daarnaast ben ik nu vroeger aanwezig om te volgen hoe de dag verloopt. Een praatje maken deed ik sowieso al. Ik voel me op een goede manier verantwoordelijk, lig niet wakker van DVVA. Wel merk ik dat sommige dingen langs me heen gaan, me ontglippen. Mijn voorganger zei laatst dat hij dat gevoel drie jaar lang heeft gehad. Dat is een geruststelling en tegelijkertijd iets waaraan ik moet wennen.”
Wat zijn de belangrijkste beleidsplannen?
“De verbouwing is het allerbelangrijkste. Ons clubgebouw heeft zijn charme, maar moet echt vernieuwd worden. Via crowdfunding hebben we 100.000 euro aan obligaties binnengehaald, heel gaaf. De kantine blijft grotendeels intact, maar de kleedkamers worden aangepakt: het dak, de leidingen, de douches. Onze mooie muurschilderingen behouden we natuurlijk. Verder wil ik onderzoeken of we meer kunnen doen met sponsoring in combinatie met sociale media. Ook willen we een nieuwe competitievorm aanbieden op vrijdagavond: zes tegen zes of zeven tegen zeven. En wellicht veteranenelftallen. De toekomst zal van voetbalclubs meer flexibiliteit vragen.”
Welke persoonlijke ambities heb je?
“Ik heb geen managementervaring, maar hou van nieuwe uitdagingen. Uiteindelijk heb ik de ambitie om in mijn professionele loopbaan meer als sportbestuurder te doen. Dit biedt mij ervaring en een netwerk. Maar de hoofdreden is mijn betrokkenheid bij DVVA.”