Tentoonstelling in het Wereldmuseum: Poetry of the People. Woorden van dromen, verzet en verlangen

Poëzie speelt een grote rol in samenlevingen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dwars door sociale klassen, landsgrenzen en talen heen worden gedichten door miljoenen mensen uit het hoofd gekend en voorgedragen. In de tentoonstelling Poetry of the People in het Wereldmuseum worden invloedrijke gedichten uit deze regio’s in de schijnwerpers gezet.

Poëzie, het woord roept bij mensen tal van emoties op, vaak ook negatieve. ‘Vaag’, ‘onbegrijpelijk’, ‘Ik snap er niks van’, dat is zo ongeveer de gemene deler als je over gedichten begint. Het zal dan ook wel geen toeval zijn dat gedichten steeds minder vaak gelezen worden. Dit voorjaar stond er in de NRC een woedend pamflet van de Nederlandse dichter Alara Adilow. Ze schrijft: ‘Poezie krijgt al jaren weinig aandacht; niet in literaire instellingen, niet bij de grote prijzen, niet in kranten en nauwelijks in de boekhandel. (…) De roman is de norm geworden. Alles wat afwijkt – en zeker poëzie – wordt naar de marge verwezen.’

Een verschijnsel in de marge, zo is het blijkbaar met de poëzie gesteld in Nederland. Maar dat is niet in alle landen zo, blijkt uit de tentoonstelling Poetry of the People in het Wereldmuseum, een sprankelende presentatie in woord, beeld en geluid van gedichten – en dichters – uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Want in landen als Libanon, Iran, Tunesië, Syrië, Afghanistan of Turkije is poëzie geen orakeltaal of een hersenspinsel van een eenzame dichter in zijn ivoren toren, maar de taal van een heel volk.

Voorgedragen bij de thee
Gedichten spelen een belangrijke rol in het dagelijks leven van de Arabische en Noord-Afrikaanse samenlevingen. Ze worden verspreid door ze met anderen te delen: ze worden voorgedragen bij de thee, gezongen voor kinderen, beluisterd op de autoradio, uitgevoerd op bruiloften en religieuze bijeenkomsten. Poëziebundels- en tijdschriften worden uitgewisseld tussen vrienden en familie, binnen politieke groeperingen en onder intellectuelen. Beroemde gedichten circuleren door talen en culturen en veranderen zodoende mettertijd. Populaire verzen, die soms eeuwenoud zijn, worden door duizenden uit het hoofd geleerd en gedeeld.

Zoals het beroemde gedicht De Profeet – Kinderen, van de Libanese dichter Gibran Khalil Gibran (1883 – 1931), nog steeds een van de meest veelgelezen dichters in de Arabischtalige literatuur:

De Profeet – Kinderen

Je kinderen zijn je kinderen niet
Zij zijn de zonen en dochters van het ’s levens
Hunkering naar zichzelf
Zij komen door je, maar zijn niet van je
En hoewel zij bij je zijn, behoren ze je niet toe.

[…]

Op borden en als strijdkreet
En gedichten worden gescandeerd bij protesten. Want ze bieden niet alleen schoonheid en troost, ze kunnen ook stem geven aan verdriet, woede en strijd. Het gedicht De wil om te leven, van de Tunesische dichter Abu al-Qasim al-Shabbi (1909 – 1934) speelde bijvoorbeeld een belangrijke rol tijdens de Arabische Lente (2010 – 2011), als burgers in landen als Tunesië, Egypte en Syrië in opstand komen tegen de heersende regimes. De krachtige openingsregels worden vaak op borden en als strijdkreet gebruikt, en groeien zo uit tot een oproep voor vrijheid en waardigheid.

Op een dag, als het volk wil leven
zal het lot moeten gehoorzamen
Dan zal de nacht moeten verdwijnen
en zullen de ketenen gebroken worden

[…]

Een gedicht als daad van verzet, in Nederland kennen we er ook voorbeelden van. Zoals het beroemde gedicht van Remco Campert:

Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden

[…]

jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet
en dan die vraag aan een ander stellen

Waarom gedichten in het Midden-Oosten en Noord-Afrika omarmd worden als daden van verzet? Misschien doordat een gedicht een vorm van vrijheid is. Het biedt de auteur de ruimte om zijn eigen perspectieven, dromen en verlangens te verwoorden. Dromen en verlangens die anderen herkennen. Want poëzie is in veel Arabische en Noord-Afrikaanse landen niet alleen een uitdrukking van persoonlijke vrijheid, het wordt ook ingezet om meer maatschappelijke vrijheid te krijgen. Zoals de Afghaanse dichter Muhammad Kabuli het zegt:

De bruid van vrijheid

Mijn laatste thuis is de donkere hoek van een cel
Deze handboeien, balsem voor de wonden van mijn dolend hart
Ik verlang naar de bruid van de vrijheid, mijn bloed is henna voor haar handen en voeten
De schakels van mijn ketenen worden haar sieraden

[…]

Mijn gedachten over vrijheid groeien door binnen deze muren.
Dwazen zijn zij, die hun hoop in de kerkers leggen.

En dan zijn er dichters die schrijven over hun eigen ervaringen van migratie, verbanning of ontheemding. Zoals de Palestijnse dichter Mosab Abu Toha, geboren in het Al-Shati vluchtelingenkamp. In oktober 2023 werd Mosab gedwongen om samen met zijn vrouw en kinderen hun woning in Beit Lahia te verlaten, nadat het Israëlische leger had gewaarschuwd voor een naderend bombardement. Dit leidde tot de verwoesting van hun huis.

Aan de kust van Gaza (2022)
Ik overtuig mezelf ervan dat een palmboom nooit buigt,
noch dat de dadels ervan vergaan
Ik stel me voor dat de lucht van de vogels is
en van massieve wolken
[…]
Ik verzamel schelpen en kiezelstenen om een huis te bouwen
voor ons op het strand tot jij komt.
Ik weet niet hoeveel huizen ik zal hebben gebouwd
voordat je er bent.
Ik ben bang dat ik Gaza dan weer zal hebben opgebouwd.

Dit zijn geen gedichten die zwerven in de marge van de samenleving. Dit zijn woorden van verlies en hoop als alle andere woorden zwijgen. Ik zou zeggen: ga ze lezen en beluisteren, het kan nog de hele zomer. In het Wereldmuseum in ons eigen Amsterdam-Oost.

De geciteerde gedichten komen uit de tentoonstelling Poetry of the People in het Wereldmuseum, te zien t/m 24 augustus 2025.