Een paar Amsterdamse ambtenaren hebben het afgelopen jaar eventjes, een maand of tien, niet opgelet. Terwijl iedereen het maar had over corona, besmettingen, lockdown, volle ziekenhuizen en oversterfte, zaten zij met hun hoofd ergens anders. Want hoe kan het anders dat zij eind vorig jaar, toen er een nieuwe schatting voor het aantal begrafenissen en crematies moest worden gemaakt, aankwamen met een getal dat lager lag dan het aantal uitvaarten in 2019? Negenenzestig om precies te zijn.
Vreemd, omdat collega-ambtenaren van de afdeling statistiek al maanden cijfers produceerden die bevestigden wat iedereen las en hoorde: het aantal doden ligt hoger dan normaal. Vreemd ook omdat al in de eerste maanden na de uitbraak, toen het internationale verkeer was stilgevallen en dus overledenen niet meer in hun land van herkomst begraven konden worden, de voor de hand liggende conclusie was dat er in Amsterdam ook hierdoor meer uitvaarten zouden zijn.
De onmogelijkheid tot repatriëren van overledenen leidde vorig voorjaar tot vragen van gemeenteraadsleden aan het gemeentebestuur, mede gevoed door met name de joodse en islamitische gemeenschap. Omdat zij noodgedwongen hun doden hier moesten begraven en hun geloof zegt dat de overledene – eenmaal begraven – nooit meer opgegraven mag worden, pleitten deze groepen voor de mogelijkheid van ‘eeuwige grafrust’. Wettelijk bestaat deze mogelijk al enkele decennia niet meer, maar feitelijk is eeuwige rust nog te koop. Op De Nieuwe Ooster is afkopen van graven voor 20 of 50 jaar het standaardaanbod, maar wie betaalt kan deze rechten keer op keer verlengen. Toch is dat wat anders dan eeuwig.
Begin oktober besloot het gemeentebestuur om eeuwige grafrust voortaan – voor gelovigen en ongelovigen – mogelijk te maken. Maar daarmee was de zaak nog niet geregeld. Zo’n besluit moet een plaats krijgen in een verordening en aanpassing van een verordening is aan democratische regels gebonden. Dus kwam er een inspraakronde op gang die eind 2020 is gesloten en werden stadsdelen – ietwat ritueel want de stad had immers al besloten – om advies gevraagd.
Stadsdeel Oost, met De Nieuwe Ooster binnen zijn grenzen, liet op de valreep (half januari stemde de gemeenteraad in) ook van zich horen. Oost had in zijn reactie vooral aandacht voor een actueel thema: kansengelijkheid. Eeuwige rust is niet goedkoop en kunnen Amsterdammers met minder geld dit dan wel betalen? Door eeuwige rust liggen de begraafplaatsen sneller vol, dus moet er niet nu al worden nagedacht over de verdeling van de schaarse ruimte en heeft iedereen bij die verdeling wel een gelijke kans?
En wat is eeuwig, vroeg Oost zich af. Is dat tot de hele Nieuwe Ooster vol ligt? En dan? Wordt dan de hele begraafplaats geruimd, inclusief de eeuwige graven, of blijft er een stukje over waaromheen bijvoorbeeld nieuwe woningen gebouwd worden?
Hier toonde het stadsdeel historisch besef. Want de Nieuwe Ooster is opvolger van de ‘oude’ Oosterbegraafplaats, die rondom de plek lag waar nu het Tropenmuseum staat en een stuk Oosterpark ligt. Deze begraafplaats werd in twee stappen geruimd (1910 en 1956), maar daarbij werden nogal wat botten over het hoofd gezien. Zo kwamen een paar jaar geleden bij grondwerkzaamheden nog wat skeletten tevoorschijn. Uit nader onderzoek bleek dat er nog vele honderden skeletten in de grond zaten. Het advies van de onderzoekers was die te laten liggen, een advies dat het gemeentebestuur heeft opgevolgd en zo al vele Amsterdammers eeuwige grafrust heeft gegund – helemaal gratis.