Sport

Tarik Oulida wil via Zeeburgia als trainer naar Japan

Als tiener was hij een ruwe diamant in het ongenaakbare Ajax van Louis van Gaal. Op zijn eenentwintigste vertrok de gewezen pleintjesvoetballer naar Sevilla. Hij speelde jarenlang in Japan, eventjes in Frankrijk en hing zijn kicksen aan de wilgen na een seizoen bij ADO Den Haag. Tegenwoordig is Tarik Oulida jeugdtrainer bij de B2 van Zeeburgia en brengt hij leergierige pubers voetbalwijsheden bij.

Zeeburgia staat bekend om zijn uitstekende jeugdopleiding en bracht vele profvoetballers voort (zoals Ryan Donk, Adam Maher en de broertjes Narsingh).

Oulida, gehuld in clubtrainingspak, vertelt in de bestuurskamer over zijn eerste trainerservaringen. Dikwijls wandelt een collega-trainer voorbij voor een vlugge begroeting. Buiten, naast het hoofdveld, wordt druk gewerkt aan een nieuw clubgebouw. Hoognodig volgens Tarik: “Als het regent, komt hierbinnen het water omhoog.”

Waarom Zeeburgia?
“Dit is een van de beste amateurclubs, qua jeugdopleiding. Het gaat om lekker trainen, niet te veel lullen, en winnen. Ook bij de trainers zit die winnaarsmentaliteit erin. Dit is een mooie opstap voor me. Ik woon vlakbij in Diemen en volg de opleiding Trainer-Coach Betaald Voetbal. Vorig jaar was ik assistent bij de A1. Een eigen team is nu beter voor mijn ontwikkeling. Ik vond het wel spannend hoor. Kreeg ik ineens een kluisnummer, sleutels en een ballenhok. Mijn assistent loopt al twintig jaar mee, dat scheelt. En met mijn verleden kan ik veel dingen voordoen, ook een voordeel. Als trainer moet ik nog groeien. Als voetballer heb ik veel meegemaakt, maar die jongens weten dat meestal niet eens. Hun ouders kennen me vaak wel.”

Wat zijn je ambities?
“Uiteindelijk wil ik toch ergens trainer worden. Japan lijkt me bijvoorbeeld heel interessant. Ik heb veel opgestoken van João Carlos, een Braziliaan. Hij was mijn trainer bij Nagoya Grampus Eight. In Japan wordt vaak gevoetbald met jonge talenten. Die zijn hartstikke fanatiek en gedreven, gedisciplineerd. Ik zou ze graag leren meer vrijuit te voetballen.”

Wat wil je jouw spelers bijbrengen?
“Ik hamer erop dat ze komen trainen, liefst drie keer per week. Gedrevenheid en beleving, daar draait het om. En op tijd komen, daar moet ik strak op zijn. Soms sta ik doordeweeks met negen en zijn ze zaterdag ineens met zeventien, want dan is de wedstrijd. Trainen is ook een teambelang. Als jij niet fit bent, moeten je medespelers meer lopen. Ik probeer ze te prikkelen met afwisselende oefenvormen, altijd met competitie-element. Ik doe graag tactische trainingen, niet zomaar trainen om het trainen.”

Hoe ver kunnen deze jongens komen?
“Ik weet niet of betaald voetbal erin zit. Het talent is er, maar ze zijn vijftien en het is afwachten of het eruit komt. Er breekt een periode aan van vriendinnetjes, stappen… De vraag is hoe ze daarmee omgaan.”

Tarik staat op. De training begint zo.

Door Gijs Lauret