Zowel JOS/Watergraafsmeer als ASV De Dijk vestigden de aandacht op zich door in de KNVB-beker twee profclubs te loten, respectievelijk Ajax en Fortuna Sittard. Wat is het geheim van deze cupfighters?
“Niet overdrijven,” zegt voorzitter Ton Langelaar van ASV De Dijk. De ontmoeting in de beker tegen de profs van Fortuna Sittard is een mijlpaal in de historie van de club, maar geen hoogtepunt. Daarmee zou hij al die andere 600 leden van ASV De Dijk tekort doen. Zij zijn net zo belangrijk als het vlaggenschip van de vereniging uit Schellingwoude. “Daarom noem ik de wedstrijd het liefst een beloning voor al het harde werk van de vrijwilligers om ASV De Dijk op de kaart te zetten.”
De Dijk ontstond in 1999 uit een fusie tussen het katholieke Rood Wit-A en arbeidersclub ASV Schellingwoude. De clubkleuren werden rood-blauw-wit, de nieuwe naam refereert aan de Schellingwouderdijk waaraan sportpark Schellingwoude is gevestigd. In 2011 werd het zondagelftal voor de derde keer op rij kampioen, waarbij in drie jaar werd gepromoveerd van de vierde naar de eerste klasse. In het tweede jaar in de eerste klasse (seizoen 2012-2013) werd het elftal weer kampioen en promoveerde daarmee naar de hoofdklasse in het amateurvoetbal.
Anno 2014 is er weinig meer te merken van het feit dat ASV De Dijk uit twee bloedgroepen is ontstaan. “De fusie is voortreffelijk verlopen,” zegt Langelaar. “Een paar jaar geleden hebben we een nieuw bestuur gekregen. Steeds minder mensen hebben nog een verleden bij een van de twee verenigingen.”
De vereniging uit Amsterdam-Noord is een voorloper op het gebied van maatschappelijke ontwikkeling. Als eerste voetbalvereniging uit Amsterdam had ASV De Dijk daar een apart bestuurslid voor. Zo is er onder meer een samenwerking met de John Blankenstein Foundation en Right to Play.
Maar er zijn ook zorgen. “De terugloop van het aantal seniorenteams bijvoorbeeld,” vertelt Langelaar. Om die neergang een halt toe te roepen, heeft ASV De Dijk onder meer ‘fitvoetbal’ in het leven geroepen. Een groep van ongeveer dertig mannen speelt wekelijks een onderling partijtje bij de vereniging. Ze betalen alleen voor het gebruik van het veld en de kleedkamers.
Ook zou Langelaar graag zien dat meer jeugdspelers de stap naar het eerste elftal kunnen maken, zodat de hoofdmacht wat meer eigen smoel krijgt. Op het wensenlijstje van de voorzitter staan verder nog een nieuw kunstgrasveld en een vervanging van het huidige clubgebouw. En nieuw bekersucces natuurlijk. “Want dit smaakt wel naar meer,” besluit Langelaar.
JOS/Watergraafsmeer
De laatste keer dat JOS/Watergraafsmeer tegen Ajax voetbalde was in 2006. Toen was de huidige landskampioen te gast op sportpark Drieburg in het kader van een oefenwedstrijd. Voorzitter Joop Vlug dacht met de draaiboeken van toen de organisatie van het bekerduel wel rond te hebben. Maar dat viel flink tegen. “Je wilt niet weten hoeveel werk er bij zo’n wedstrijd komt kijken,” vertelt hij. “Ik heb er bijna een dagtaak aan.”
Betaalzender FOX kwam meteen met het verzoek de lichtinstallatie aan te passen om een live-registratie mogelijk te maken, van 250 lux naar 500 lux. De bedoeling was om via hoogwerkers voor extra licht te zorgen, maar toen de leverancier liet weten dat hij toch niet kon leveren, restte Vlug niets anders dan de wedstrijd te verplaatsen naar het Olympisch Stadion. “Het is jammer, want de ziel is een beetje uit de wedstrijd. Maar door het duel in het Olympisch Stadion te houden, hou je dat Amsterdamse sfeertje.”
Alle drukdoenerij rond de historische wedstrijd tegen Ajax is natuurlijk leuk, maar staat in schril contrast met waarvoor JOS/Watergraafsmeer eigenlijk staat. Vlug: “We zijn een echte Amsterdamse volksclub. Lekker jennen en elkaar sarren, op een goeie manier hè. Dat karakter willen we niet verloochenen.”
Zo mag het eerste elftal dan volop in de schijnwerpers staan, de spelers van dat team hebben geen status aparte binnen de vereniging. “Gezelligheid staat voorop, en dat zal altijd zo blijven.” Er wordt volgens Vlug dan ook niet betaald bij JOS/Watergraafsmeer. “Niet vanuit de vereniging. Of het via andere kanalen gebeurt weet ik niet. En als het zo is, wil ik het niet weten.”
JOS werd opgericht in 1920 en fuseerde in 1995 met Watergraafsmeer. De club is vooral bekend vanwege het nummer van The Nits: het monumentale JOS Days. Het lied gaat over de mislukte voetbalcarrière van zanger Henk Hofstede en het verdwenen oorlogsmonument bij het oude JOS-veld.
Het nummer wordt nog altijd gedraaid als het eerste elftal het veld op komt, ook in het Olympisch Stadion. Voor de wedstrijd tegen Ajax werd nog even overwogen om The Nits het nummer live ten gehore te laten brengen. “Maar dan hadden we ook nog moeten investeren in een geluidsinstallatie,” besluit Vlug. “Er zijn grenzen.”
Lees ook:
‘Hier was hij gewoon nog Rinus’ (25-11-2011)