Nieuws

Schutten sluis samenspel tussen sluismeester en schipper

IJburg is een waterparadijs. De haven ligt vol en wie door de grachten vaart ziet overal boten en bootjes, aangemeerd aan de talloze steigers en wallekanten. Met mooi weer zwermen ze uit, die boten, op weg naar het IJmeer of verder. Om op open water te komen moeten al die boten wel nog even door de sluis…… Nog even? Voor veel mensen duurt dat ´even´ te lang. Met ongeduld en soms zelfs geschreeuw tot gevolg. Dat is niet leuk voor de schipper, èn niet leuk voor de sluismeester, die van 8 tot 24 uur hard aan het werk is om alle drie de IJburgse sluizen te bedienen.

Hoe werkt dat nou, met die sluizen op IJburg? We praten met John Janzon, rayonhoofd voor onder meer IJburg en met Bart van Dijk, adjunct hoofd vaarwegen, beiden van de Dienst Binnenwaterbeheer van de gemeente Amsterdam. Samen met roosterhoofd Rolf van Werkhoven (maakt werkschema’s voor 82 Amsterdamse sluismeesters!) en de dienstdoende sluismeester Mallika Albrechts vertellen zij hoe het sluisverkeer op IJburg is georganiseerd, en wat bij en in- en uitvaren de regels zijn. Een cursus.

Waarom hebben we sluizen op IJburg?
IJburg is van het IJmeer afgeschermd door een zeedijk. Drie sluizen geven toegang naar het omringende water: de sluis aan de haven, de Nijlpaardsluis aan de westkant van Haveneiland, en de sluis op Steigereiland. Het waterpeil van IJburg (- 20 N.A.P.) moet altijd hetzelfde blijven, terwijl het waterniveau op het IJmeer afhankelijk van het seizoen en van weer en wind kan verschillen. De sluizen houden het hoge water buiten en zorgen er bij lage waterstand voor dat het water van IJburg niet naar buiten loopt. Bovendien is het IJmeer dankzij de sluizen afgeschermd tegen eventueel naar buiten drijvend bouwafval.

Hoe worden de sluizen bediend?
Vanuit het sluishuis aan de Bert Haanstrakade worden alle drie de sluizen bediend, in het vaarseizoen iedere dag van 8 uur ‘s ochtends tot middernacht. De sluismeester heeft zicht op de sluizen via een aantal beeldschermen, die verspreid in de bedieningskamer staan opgesteld. Zeven schermen voor de sluis op Steigereiland, zes voor de Nijlpaardsluis, zes voor de sluis bij de haven. Vanuit het sluishuis heeft de sluismeester ook ‘live’ zicht op de sluiskolk en op de schepen die buiten liggen. Bij iedere sluis is er ook nog een geluidsinstallatie, waarmee de sluismeester de schippers zo nodig kan aanroepen.
Het openen en sluiten van de sluisdeuren, het bedienen van de brug en het bedienen van de sluislichten gaat allemaal elektronisch, waarbij de sluismeester zelf de knoppen bedient. Dit hele proces vergt van de sluismeester de volle aandacht, zodat hij of zij kan ingrijpen als dat voor de veiligheid nodig is.


Hoe vraag je bediening van de sluis aan?
De schipper meert aan bij de aanlegsteiger voor de sluis, het remmingwerk genoemd. Aan het eind van het remmingwerk is een bel, waarmee men de sluismeester waarschuwt dat men geschut wil worden. De sluismeester ziet het schip ook liggen op zijn beeldscherm. Wie niet op de bel kan of wil drukken kan ook bediening aanvragen via de marifoon (VHF kanaal 84) of telefonisch op nummer 020 4165815.


Wat betekenen de lichten bij de sluis?
Met behulp van ‘verkeerslichten’ wordt het vaarverkeer geregeld, net als op de weg. Rood betekent stoppen. Als de sluisdeur wordt bediend gaat er onder het rode licht ook een groen licht branden. De schipper moet dan opletten, maar nog niet bewegen. Naar binnen of naar buiten varen mag pas bij enkel groen licht. Niet eerder.


Hoe zit het met de lichten aan de brug?
Het lichtensysteem bij de haven is iets complexer, omdat ook het doorvaren van de brug met lichten wordt geregeld. Ook hier geldt: licht op rood stoppen, en pas varen als alleen het groene licht brandt. Voor boten zonder mast hoeft de brug niet te worden geopend. Hier geldt het oranje licht dat onder de brug hangt: brandt dat niet dan stoppen, gaat het op oranje, dan nog even wachten tot ook het sluislicht op groen staan en dan doorvaren.


Waarom mag ik niet doorvaren zodra de sluisdeur open is?
Bij groen/rood licht moet een schipper altijd wachten. Ook al staat de deur al open. Er kunnen immers nog boten in de sluis liggen die er nog uit moeten. Pas bij groen is de sluis vrij en mag je doorvaren. Let wel: de sluismeester heeft de regie over de sluis. Hij bepaalt wie er in of uit mag en op welk moment.


Waarom duurt het schutten soms zo lang?
Het schutten van een boot duurt op zichzelf niet langer dan een minuut of zeven, maar stel dat er vanaf alle drie de sluizen een aanvraag komt om te worden doorgelaten, dan worden deze aanvragen afgehandeld in volgorde van binnenkomst. En omdat het hele schutproces door de sluismeester moet worden bewaakt komt de volgende aanvraag pas aan de beurt nadat de vorige is voltooid. Dat betekent dat je soms wel een minuut of twintig voor de sluis moet liggen wachten voordat je iets ziet gebeuren. De sluismeester is ondertussen hard bezig met een van de andere sluizen.


Wie heeft er voorrang bij het in- en uitvaren?
Over het algemeen heeft de beroepsvaart voorrang op de recreatievaart. Dat wil zeggen dat de Sailboa en zeetjalken als De Rederijker en De Titaan bij in- en uitvaren van de sluis voorrang hebben. Tenzij de sluiswachter om veiligheidsredenen anders beslist. Bij harde wind van zee kan de sluiswachter besluiten om eerst de kleinere schepen te schutten, zodat zij voordeel hebben van de luwte die zo’n groot schip biedt. Zo’n beslissing wordt dan via de luidspreker kenbaar gemaakt.


Over luwte gesproken, wat doe je als klein schip bij harde aanlandige wind?
Het is inmiddels bij alle betrokken instanties bekend dat het bij harde wind van zee voor kleine schepen niet echt veilig is om bij het invaren aan het remmingwerk aan te leggen. Omdat de eilanden van IJburg fase 2 er nog niet zijn, komen de hoge golven van het IJmeer recht op de sluis af. Op dit moment is het Projectbureau IJburg bezig om daarvoor een oplossing te zoeken, maar zolang die er nog niet is, hoeven schippers niet bij het remmingwerk aan te leggen om op het schutten te wachten. De sluismeester is extra oplettend op aankomend verkeer, en zal ook zonder belsignaal de sluis bedienen. Alvast een telefoontje of marifoontje als men in de vaargeul aan komt varen helpt ook. Dan tot het licht op groen gaat een beetje rondhangen in het water voor de sluis, schippers krijgen bij groen licht ruimschoots de tijd om van een afstand binnen te varen.


Hoe willen de heren hun verhaal samenvatten? Van Dijk: “Varen is ontspannen, vanaf het moment dat je in je boot stapt. Dat geldt ook als je de sluis door wilt.” En Janzon: “Relax, zouden we zeggen, en zie het passeren van een sluis als samenspel. Samenspel tussen de schippers onderling en samenspel tussen de schipper en de sluismeester. Haast is daarbij een slechte raadgever.” “Onthaasten, dus!”voegt sluismeester Mallika Alberts daar aan toe, met één oog gericht op de drieëntwintig beeldschermen die zij onder haar hoede heeft.

Tekst:  Carla M. Peddemors