Volgens de rechtbank is het terecht dat de leiding van Pakhuis de Zwijger begin maart dit jaar terugtrad. Dat oprichter en voormalig directeur Egbert Fransen en zijn echtgenote Hester Tiggeloven in de toekomst hun functie hervatten is onwaarschijnlijk. Tiggelhoven was adjunct-directeur bij Pakhuis de Zwijger. Betrokken partijen moeten afspraken maken over hoe uit elkaar te gaan.
Aanleiding voor het terugtreden van Fransen en Tiggelhoven en het later door hen aangespannen kort geding is een publicatie in Het Parool waarin 18 van de meer dan 30, meestal anonieme, oud-werknemers vertelden over een angstcultuur. Een door de raad van toezicht ingesteld en door consultancybureau Berenschot uitgevoerd intern onderzoek naar de veiligheid op de werkvloer bevestigde dit beeld. Vier dagen na publicatie in Het Parool informeerde de raad Fransen en Tiggelhoven al geen reden te zien voor hun terugkeer omdat een vertrouwensbreuk was ontstaan. Dit besluit is mede gebaseerd op een drie jaar geleden door publicist Mounir Samuel geschreven rapport dat was opgesteld om een interne gedragscode te bepalen.
Voor de rechter staat vast dat medewerkers de werksfeer al jaren als een structureel en groot probleem ervaren. Ervaren werknemers waarschuwden nieuwe krachten voorzichtig om te gaan met de directie. Vooral Fransen zou mensen kleinerend en intimiderend behandelen en woede-explosies hebben. Omdat Tiggelhoven vertrouwenspersoon van de organisatie was, durfden de oud-werknemers niet met haar te praten. Anders dan zij en Fransen bepleiten, is de situatie niet verbeterd.
De rechter gaat niet mee in de eis van Fransen en Tiggelhoven dat de medewerkers van Pakhuis de Zwijger geen inzage mogen hebben in de bevindingen van Berenschot en ziet geen reden waarom dit hen zou schaden. Ook mag het debatcentrum van Pakhuis De Zwijger zich negatief over de twee uitlaten omdat de raad van toezicht herhaaldelijk heeft toegezegd mee te werken aan een vertrek zonder onnodige reputatieschade.
Rechter houdt terugkeer directie Pakhuis de Zwijger tegen
