In 2016 en 2017 eindigde Real Sranang respectievelijk derde en tweede in de vierde klasse van het zondagamateurvoetbal. In 2018 volgde het eerste kampioenschap sinds 1983. Naar aanleiding hiervan spreek ik aanvoerder Virgil Spier (33), die in de kampioenswedstrijd tegen buurman Ankaraspor de winnende treffer maakte.
We zien een ranke lange gozer met rastahaar tot op zijn achterste, het gezicht verborgen achter een modieus baardje, donker hoedje en zonnebril. Eenmaal ontdaan van hoed en bril blijkt Virgil een charismatische persoonlijkheid die zegt wat hij denkt, terwijl ik chemische Fernandes-limonade drink.
Hoe is je betrokkenheid bij Real Sranang?
“Ik ben altijd betrokken geweest, trainde vaak mee, maar speelde elders op hoger niveau. M’n vrienden voetballen hier, m’n broer. Mensen uit de Surinaamse gemeenschap, ik noem ze ‘buurtvaders’, vroegen steeds wanneer ik eindelijk hierheen kwam. Mijn broer Jurgen wilde stoppen, dat was de druppel. Ik was zo brutaal om te zeggen: ‘Als ik kom, worden we kampioen.’ Dat is gebeurd.”
Als aanvoerder de winnende maken. Lekker?
“Jaaaa! Wat een ontlading. Even voelde ik angst, gebeurt niet vaak tijdens het voetballen. Ik wilde afspelen, maar er stond iemand tussen. Ik schoot tegen de keeper, hij rolde heel zachtjes via de paal erin. Het was feest, ik werd besprongen. Ik heb vaker beladen wedstrijden gespeeld, maar dit voelde echt als een doelpunt voor mijn familie. De dagen erna waren chaotisch, we hebben meerdere traantjes gelaten.”
Hoe merkte je dat Real al 35 jaar hunkerde naar een kampioenschap?
“Na afloop hield de voorzitter een toespraak in de kleedkamer. We zagen deze titel wel aankomen, maar beseften het nog niet. De meeste jongens waren in 1983 nog niet eens geboren man! Dit is een stukje geschiedenis voor deze zwarte voetbalorganisatie, eentje die toegankelijk is voor eenieder. Want hier voetballen ook jongens met niet-Surinaamse achtergrond. Toch, kut gezegd, hebben we altijd een achterstand; de scheids fluit net iets makkelijker tegen ons, we worden anders aangekeken door tegenstanders en publiek. Een ander zal dat niet zo zien, maar ik voel dat heel sterk. Vanuit mijn opvoeding heb ik meegekregen: reken erop dat je altijd harder moet lopen dan anderen. Dat heeft me discipline bijgebracht en gemaakt tot de man die ik nu ben.”
Hoe zie je de toekomst?
“We zijn druk met het elftal, hebben veel jongens met wie ik eerder speelde bereid gevonden om te komen. We willen groeien en weer meedoen voor de prijzen; ik wil altijd voor de prijzen spelen en deze selectie is capabel genoeg. Dit is een familiaire club waar het meer gaat om trots en eer dan om geld. Ik ben nog fit en zal de ploeg op sleeptouw nemen. Ik had veel aanbiedingen, zelfs uit de Derde Divisie, maar ik ga vandaag vertellen dat ik blijf. De waardering hier voelt supergoed.”