Langer zelfstandig blijven wonen, liefst in hun eigen buurt, dat is wat de meeste ouderen graag willen. Het aantal zelfstandige seniorenwoningen neemt echter niet snel genoeg toe. Stadsdeel Oost neemt initiatieven om dat te veranderen.
“Oude bomen moet je niet verplaatsen.” In je eigen buurt oud kunnen worden, Maarten Poorter, stadsdeelvoorzitter van Oost, noemt het bijkans een grondrecht. Toch is dat niet vanzelfsprekend. Zo wist Poorter pasgeleden persoonlijk te voorkomen dat ouderen van De Open Hof tijdens de verbouwing van hun verzorgingshuis in de Watergraafsmeer tijdelijk naar Nieuw-West werden overgeplaatst. “Dat gesleep met ouderen is slecht, zo van: ga maar aan de andere kant van de stad wonen. Dan heb je een dak boven je hoofd, maar verder zit je er moederziel alleen. Dan weet je zeker dat een deel van de ouderen niet meer terugkomt.”
Meer seniorenwoningen in de eigen wijk, het onderwerp houdt Poorter, portefeuillehouder Ouderen, al langer bezig. Ook omdat hij het koppelt aan de stadsagenda over eenzaamheid en langer zelfstandig thuis wonen. Zo was hij in 2017 als PvdA-gemeenteraadslid initiatiefnemer van de Hofjesmotie. “In die motie, die is aangenomen, pleitten we voor meer hofjeswoningen voor ouderen, met het accent op kleinschaligheid, geborgenheid en sociale cohesie tussen bewoners. Denk aan het Begijnhof en de hofjes in de grachtengordel. De meeste wooncomplexen voor ouderen komen nu in grote appartementengebouwen, met een trappenhuis in het midden, en verder kijkt iedereen van elkaar af. In hofjes leef je juist naar elkaar toe. Daarom willen we er in Oost een aantal realiseren.”
Dat kan verder gaan dan hofjes voor alleen ouderen. “In Zwolle heb je De Knarrenhof, waar ouderen en jonge gezinnen door elkaar heen wonen. Dat levert prachtige kruisbestuivingen op. De oudere houdt af en toe een oogje in het zeil bij de kinderen of doet een spelletje met ze, en de ouders doen wat boodschappen voor de oudere.”
Veel competitie op de markt
Oost probeert langs meerdere wegen ouderen langer in hun eigen woning én in hun eigen buurt te houden. “We doen nu een pilot in Betondorp, daar worden enkele woningen seniorenproof. En als het kan, wijzigen we het bestemmingsplan. Zoals momenteel bij de Roze Panden in de Vrolikstraat. Die hebben nu nog een bedrijfsfunctie, maar we hopen dat zo te wijzigen dat we er zelfstandige woningen voor ouderen van kunnen maken.”
Dat heeft als voordeel dat ouderen dan voor hun maaltijden of gezelligheid naar woonzorgcentrum De Kastanjehof kunnen. Op loopafstand. “Verzorgingscentra worden de spil van zogenoemde woonzorgcirkels. Ouderen in de buurt wonen dan zelfstandig, maar maken gebruik van de faciliteiten van het woonzorgcentrum, zoals de kapper, het buurtrestaurant of de dagactiviteiten.”
Mooie initiatieven, maar als je naar de cijfers kijkt gaat het te traag. De komende jaren zijn er volgens de ANBO, de belangenorganisatie voor ouderen, landelijk tachtigduizend extra seniorenwoningen nodig. Gebrek aan visie, te hoge grondprijzen, onvoldoende samenwerking, het zijn volgens ANBO-woordvoerder Bernadet Naber redenen waarom het zo traag gaat. “Ouderenhuisvesting is geen sexy onderwerp, maar het wordt tijd dat gemeenten aan de slag gaan. Als oudere mensen verhuizen naar een geschikte seniorenwoning kunnen ze langer zelfstandig blijven wonen. Bovendien komt hun woning vrij voor starters en gezinnen in een woningmarkt die op slot zit.”
Het moet sneller, dat vindt Poorter ook. “Dat komt doordat er veel competitie is op de markt: we moeten ook eengezinswoningen bouwen, en zorgen voor studentenhuisvesting. Daar komt bij dat we seniorenhuisvesting te veel aan de markt overlaten. Het wordt tijd dat de gemeente er meer zeggenschap over krijgt.”
2000 nieuwe woningen voor ouderen
Afgelopen zomer sprak de gemeente Amsterdam samen met woningcorporaties, ontwikkelaars, beleggers, zorgpartijen en betrokken woongemeenschappen af dat er de komende vijf jaar tweeduizend geclusterde ouderenwoningen bij komen in de stad.
Foto: De Akropolistoren op Zeeburgereiland, wél een geslaagd project.