Nieuws

Ook Oost is in beeld voor huisvesting vluchtelingen

De werkkamer van wethouder Simone Kukenheim (36) ziet eruit als een vergaderzaal: ruim, met aan elkaar geschoven witte tafels in het midden, uitzicht over de Amstel. Er staat geen computer, wel liggen er een Moleskineschrift en een iPad. Het haar in een los knotje, weinig make-up, hoge slangenleren laarsjes, strakke broek. In de Coffee Company met een ingewikkelde latte zou ze zonder op te vallen tussen de zzp’ers kunnen aanschuiven. Maar in de Stopera is de wethouder een opvallende verschijning.

Kukenheim (D66) heeft onderwijs, jeugd en diversiteit in haar portefeuille. Maar de belangrijkste reden dat de Brug haar graag wil spreken is stadsdeel Oost, dat ook tot haar verantwoordelijkheden behoort.

U bent de eerste bestuurder die ik tegenkom met een heel groot kantoor, maar zonder computer.
“Ik heb inderdaad geen computer, ik heb een iPad om mijn stukken te lezen en een telefoon. Veel van wat ik opschrijf doe ik in opschrijfboekjes.”

Hoe komt u aan stadsdeel Oost in uw portefeuille?
“Alle wethouders hebben een stadsdeel onder hun hoede, ik kreeg Oost. Dat is toen zo verdeeld.”

Had u niet liever Zuid gehad? Daar was u eerder wethouder, daar woont u en liggen uw roots.
“Zuid ken ik al heel goed. Ik vind het juist goed om de hele stad te leren kennen. Ik vind het heel belangrijk om niet alleen maar in de Stopera te zitten.”

Dus het is min of meer toeval dat u Oost hebt gekregen?
“We hebben onder de wethouders gekeken wie welk stadsdeel goed kende. Maar je kan niet allemaal dezelfde stadsdelen hebben. Daarnaast, ik vond Oost een aantrekkelijk idee: leuk dat het niet Zuid was en leuk om te leren kennen. Het is een heel divers stadsdeel.”

Hoe doet u dat, Oost leren kennen?
“Door er veel te zijn. Ik leg veel werkbezoeken af. Laatst was ik nog bij de Dapperschool. En door goed contact te houden met de bestuurscommissie. Het is belangrijk dat iedereen de ruimte heeft om daar zijn ding te doen. Ik geloof heel erg in het model dat je ook op decentraal niveau mensen hebt die dingen in beweging zetten en dat je maatwerk kan leveren.”

Achter de schermen klinkt de klacht dat de stadsdelen macht hebben moeten inleveren aan de Stopera. Vindt u dat terecht?
“Veel bevoegdheden liggen nu op centraal niveau. Iedereen moet zich herpakken: waar ga je nog over en hoe kan je daarop sturen. De bestuurscommissies gaan over de uitvoering. Het gaat dan om het ophalen van huisvuil, onderhoud van straten, het afgeven van paspoorten en dergelijke. Dus ik herken het zeker, maar er zitten hele goeie dingen aan het nieuwe stelsel. Er hoeft niet zeven keer hetzelfde beleid te worden gemaakt.”

U zit ook in de taskforce die huisvesting zoekt voor de stroom vluchtelingen. 3500 mensen met een status wachten op een huis hier. Hoe gaat dat in zijn werk?
“Deze mensen moeten instromen op de woningmarkt, dus ook in Amsterdam. Het is belangrijk om dat op een passende manier te doen. Dus zonder de Amsterdammers uit het oog te verliezen die al lang wachten op een woning. We zoeken naar onorthodoxe manieren om mensen toch te huisvesten. Denk aan tijdelijke woonruimte of het delen van woningen, studentenhuisvesting. Mensen moeten een positie hebben om snel te integreren en aan het werk gaan. We zoeken de balans en beseffen dat we zorgvuldig moeten opereren.”

Hoe gaat u dat praktisch doen?
“Als je me vraagt: geef mij de adressen in Oost waar deze vluchtelingen komen, dan zeg ik: zo ver zijn we nog niet. We zijn bezig met een inventarisatie van mogelijke locaties. Alle stadsdelen, dus ook Oost, zijn daarvoor in beeld.”