‘Tante Wil’ woont al 50 jaar in de Tugelawegblokken. Vanaf de eerste dag zet zij zich in voor de bewoners van de wooncomplexen. Reden voor woningbouwvereniging Ymere en buurtgenoten om haar in het zonnetje te zetten.
Wil Wiese-Schutz (77) groeide op in een statig grachtenpand aan de Prinsengracht waar haar ouders een deftige kledingzaak runden. De omgeving van haar jeugd omschrijft ze als een ‘gouden kooi’ waaruit ze wil ontsnappen. Als achttienjarige wil ze voor het Albert Schweitzer Fonds, dat gezondheidsprojecten in Afrika ondersteunt, vrijwilligerswerk doen. Haar moeder verbiedt het. Zestig jaar later heeft ze nog altijd spijt dat ze geluisterd heeft.
Het mislopen van het Afrikaanse avontuur is volgens Wiese-Schutz een van de redenen dat ze later zo actief wordt in ‘sociaal werk’. “Je inzetten voor het sociale belang is zoveel verrijkender dan geld,” zegt Tante Wil, zoals Wiese-Schutz in de buurt bekend staat. Op 1 augustus 1970 komt ze met haar eerste man en kinderen op de Tugelaweg in de Transvaalbuurt wonen. Ze krijgen een huis op 3 en 4 hoog. De huizen zijn slecht geïsoleerd en hebben geen douche. Na enkele jaren moeten de blokken worden gerenoveerd. Tante Wil bemoeit zich intensief met het proces. Als de renovatie eind jaren zeventig achter de rug is, keren veel bewoners niet terug. Ze kiezen voor een groter huis met een tuin in het nieuwe Almere. Tante Wil blijft in de buurt, maar verhuist naar de benedenwoning waar ze nog altijd woont.
De nieuwe bewoners zijn veelal arbeidsmigranten uit Turkije en Marokko. In tegenstelling tot Tante Wils eigen kroost ontbreekt het de migrantenkinderen vaak aan speelgoed. Uit verveling halen jongeren rottigheid uit op straat. Tante Wil bedenkt een oplossing. Ze leent speelgoed aan buurtkinderen, op de voorwaarde dat ze het netjes terug komen brengen. Wie de afspraken schendt wordt streng toegesproken. Of Tante Wil licht hun ouders in. Tot op de dag van vandaag spreekt ze buurtjongeren aan op hun gedrag, ook de ergste straatschoffies. Hierbij laveert Tante wil naar eigen zeggen altijd tussen streng toespreken en een ‘aai over de bol’.
Naast haar zichtbaarheid op straat is Tante Wil betrokken bij de totstandkoming van het Tugelahuis. Ook is ze altijd actief in bewonersgroepen, buurtvergaderingen en wijkcommissies. Moet er iets in of om de vijf Tugelablokken – wooncomplexen die tot enkele jaren geleden volledig uit sociale huurwoningen bestonden – veranderen, dan stapt ze naar de gemeente of de woningbouwvereniging. Of desnoods naar de rechter. Onvermoeibaar strijdend om de buurt beter te maken. Naar eigen zeggen is Tante Wil geen gemakkelijke, zeker niet in conflict met instanties. “Ik ben altijd een rebel geweest. Als het moet, komt er bij mij geen mes maar een bijl op tafel bij vergaderingen,” zegt ze lachend.
Toch kan ze met alle instanties goed door een deur. Twee jaar geleden laat Tante Wil zich tegenover wijkbeheerder Danny Hendradhy ontvallen dat ze bij vijftig jaar in de Tugelablokken wel een feestje verwacht. “Als grapje.” Hendradhy is de opmerking niet vergeten. Op een maandagmiddag trekken buurtbewoners, wijkagenten en vertegenwoordigers van woningbouw en sociale organisaties naar het Tugelahuis. Initiator Hendradhy: “We willen Tante Wil bedanken voor haar inzet voor de Tugelawegblokken.” Ze is overdonderd door de aandacht. Vertegenwoordigers van instanties waar ze soms strijd mee voert zetten haar in het zonnetje. “Ze heeft ons ook enorm veel werk bespaard,” zegt Yousry Saad van welzijnsorganisatie Dynamo. Hij leerde haar eind jaren tachtig kennen toen er veel problemen waren met de jongeren. “Zij wist verbinding te leggen met de jongen, bijvoorbeeld door een uitje naar Walibi te organiseren.” Volgens Saad is mede dankzij haar inzet de buurt prettiger en veiliger geworden. Om Tante Wils rol als verbinder te benadrukken is de ontmoetingsruimte in het Tugelahuis omgedoopt tot de Wil Wiese-Schutz-ontmoetingsruimte. “Geweldig,” oordeelt een enthousiaste Tante Wil.