“Onrust rondom Grof Afval” luidt de titel van een brief die het dagelijks bestuur eind juni aan de stadsdeelcommissie Oost stuurde. Onrust bij wie? Bij de bestuurders zelf? Zij hadden in de krant gelezen dat op heel korte termijn de inzameling van grof afval radicaal anders zou worden. Maar, zo maken ze in de brief duidelijk, dat is niet zo. “Wij benadrukken dat er voorlopig niets verandert in de huidige aanpak van grof afval,” aldus het bestuur van Oost.
Aanstichter van de onrust was Het Parool. De krant meldde begin juni dat er een “historische verandering” in Amsterdam op stapel stond: vanaf volgend jaar zouden bewoners het grof afval niet zomaar langs de straat mogen zetten. Zelf de spullen wegbrengen of een afspraak maken om de troep op te halen zou – stapsgewijs – de nieuwe norm worden. De krant baseerde zich op een brief die de verantwoordelijk wethouder aan de gemeenteraad had gestuurd. Die brief kwam weer voort uit een tamelijk vernietigend rapport uit 2024 over de huidige wijze van inzamelen.
Het artikel zou, zo moet het stadsdeelbestuur hebben gedacht, misschien wel verkeerde verwachtingen bij de bewoners (of leden van de stadsdeelcommissie) kunnen opwekken. Bijvoorbeeld de verwachting dat er tempo zou worden gemaakt met de andere manier van inzamelen en zo ook met het verminderen van de overlast van het grof afval en de ontevredenheid over het ophaalsysteem. Om deze misvatting uit de wereld te helpen schreef het bestuur dus de brief.
“De voorwaarden voor een succesvolle verandering van de aanpak van grofvuil moeten eerst op orde zijn, voordat er uitgerold kan worden”, aldus de brief. Om die voorwaarden op orde te krijgen zet de gemeente “activatieteams in om bewoners te informeren”, worden gesprekken gevoerd met “eigenaren en beheerders van studenten- en jongerencomplexen om grof afval bij verhuizingen te beperken”, “stickers geplaatst op ondergrondse afvalcontainers”, wordt de Afvalwijzer “onder aandacht van de Amsterdammers” gebracht en kunnen er “magneetstickers, tijdelijke informatieborden en green graffiti” worden aangebracht om bewoners “nog duidelijker te maken” waar ze het grof afval mogen neerzetten.
Bij dit laatste punt steekt de gemeente ook nog de hand in eigen boezem. In theorie zijn er 9.000 plekken waar Amsterdammers hun grof afval kunnen neerzetten. In de praktijk blijkt het overgrote deel van deze plekken niet te vinden en zetten Amsterdammers de troep maar voor de deur op de stoep. Van die 9.000 plekken moeten er 6.500 worden aangepast en, zo staat in de brief, “de gemeente kan niet in één keer alle plekken op orde brengen”. Het op orde brengen is bestuurlijk ook geen sinecure dus dit gaat via “zorgvuldig en daarmee geleidelijk proces”.
Dus om het nog een keer heel duidelijk te maken schrijft het dagelijks bestuur: “Kortom: hoewel er in de toekomst veranderingen worden voorbereid in de aanpak van grof afval in Amsterdam, zijn er op dit moment geen ingrijpende veranderingen”. Voorlopig geen hoop dus voor de bewoners van de Frankendael, Middenmeer en Overamstel die al jarenlang onrustig en ontevreden zijn over “de aanpak van grof afval”.
