Het Annie M.G. Schmidt Huis is ter ziele. De silo’s staan weer zonder ambitie in het zand. Het zijn niet de enige in hun soort in stadsdeel Oost. Op de grens van de Watergraafsmeer en de Indische Buurt staat nog zo’n verweesd gebouw in braakliggend landschap: het oude dierenasiel. De groep krakers die erin getrokken is, heeft grootse plannen.
Het is niet het meest gezellige stukje Oost. De weg naar het oude dierenasiel loopt dood, ligt pal langs het spoor en is onverlicht. Eenmaal bij het pand aangekomen kun je zien dat het ooit mooi en statig is geweest, maar het heeft in al zijn vervallenheid ook wel iets van een spookhuis: eenzaam aan de rand van een bouwterrein, oud en met een groot hek eromheen. Buiten het hek staat een handvol caravans van aangespoelde wildparkeerders en andere drenkelingen van de stad. Toch brandt binnen bijna altijd licht.
Sinds juli 2011 is het dierenasiel gekraakt, De Valreep heet het nu. “Je had het moeten zien toen we erin kwamen,” zegt Robert, die liever niet met zijn achternaam in de krant wil. Met zijn lange jas nog aan zit hij aan de zelfgetimmerde bar, en vertelt. Stromend water en elektriciteit zijn er niet. Het aggregaat en de houtkachels gaan pas over een uur aan, als de workshop begint. “Ik schat dat we er tien- tot twintigduizend kilo afval uit hebben gehaald. Er hadden junks gezeten, het lag vol zooi en het was na vijf jaar leegstand half ingestort. Tussen het puin lagen karkassen van dooie duiven en ratten. We hebben met mondkapjes op moeten werken.”
Het oude pand dient nu vooral als buurtcentrum. Er worden workshops, feestjes en filmavonden georganiseerd. Boven ‘logeren’ per toerbeurt mensen, een vast verblijf is vanwege de veiligheid niet mogelijk. “We hebben inmiddels een jaar een vol programma gedraaid, daar zijn we best trots op. De activiteiten zijn gratis, zonder subsidie en voor iedereen toegankelijk.”
Het scala aan activiteiten past niet alleen bij het streven een buurtcentrum te willen zijn, het moet De Valreep onmisbaar maken voor Oost. “Je moet wel een verhaal hebben als kraakpand,” aldus Robert. Die aanpak blijkt succesvol. In oktober 2012 gaf het stadsdeel de groep krakers toestemming om in ieder geval tot februari 2014 te blijven.
Projectontwikkelaar
Op hetzelfde stuk grond moet Oostpoort verrijzen, een nieuw centrum in Oost met onder meer winkels en woningen. De aanleg van de nieuwe wijk verloopt al jaren verre van vlekkeloos. De bouw is ernstig vertraagd. Mede daardoor verloor het stadsdeel miljoenen, onder andere op muziekcentrum MuzyQ.
In oktober 2012 werd het contract dat projectontwikkelaar OCP heeft met het stadsdeel echter aangepast – een langgekoesterde wens van De Valreep. Nu is OCP (een combinatie van Stadgenoot, Bouwfonds en Ymere) verplicht dit jaar te gaan bouwen op het stuk dat tegen het spoor aan ligt. Doen ze dat niet, dan komt de grond weer in handen van het stadsdeel, dat er dan een nieuwe bestemming voor kan zoeken. Dit om te voorkomen dat de grond wel geclaimd blijft, maar niet wordt bebouwd.
Koopambitie
“Zo lang hier niets gebeurt, willen wij hier zitten,” zegt Robert. “Lukt het OCP niet om dit jaar te bouwen, dan willen wij het gebouw kopen. Wij zijn geen typische krakers. Onder de vrijwilligers zitten horecaondernemers, maar ook mensen die kunnen investeren. Er is genoeg slagkracht om het te kunnen kopen van de gemeente als de bouw door OCP niet doorgaat. Dan kunnen we er echt iets van maken.”
Zelf werkt Robert voor een groot telecombedrijf als marketing- en finance-analist. Hij woont keurig in een huurhuis. Hij lacht: “Er lopen hier aardig wat kapitalisten rond, kan ik je vertellen.”
Robert denkt dat de druk die vanuit De Valreep is uitgeoefend op het stadsdeel een grote rol gespeeld heeft bij de beslissing om het contract met OCP aan te passen. “Bij de deelraadvergadering waren wij en de buurtbewoners met driehonderd man aanwezig. Raadsleden maakten zelfs foto’s met hun mobieltjes, zo verbaasd waren ze over de opkomst.”
“Ik ben ervan overtuigd dat het voorstel om het contract aan te passen er niet doorgekomen was als er niet zoveel mensen aanwezig waren geweest. Er zijn mensen die zeggen dat we de gemeente miljoenen hebben bespaard door dat contract aan te kaarten. Thijs Reuten (de verantwoordelijke wethouder, red.) beweert bij hoog en bij laag dat wij er niks mee te maken hebben gehad, maar feit is dat de partijen opnieuw met elkaar rond de tafel zijn gegaan.”
Groene vingers op vieze grond
Dat De Valreep ook daadwerkelijk een buurtfunctie heeft, bewijst de tuin die achter het pand ligt. Vijfendertig buurtbewoners waren vastbesloten om te gaan tuinieren op het heroverde stukje land.
Dat kon, er was alleen één probleem: omdat het gebouw vroeger dienstdeed als ammoniakfabriek als onderdeel van de Oostergasfabriek, is een tomaatje uit de volle grond bij het dierenasiel niet zo gezond. Dus staat de ‘tuin’ nu vol grote zakken aarde met planten erin. “We hebben er geen omkijken naar gehad. De bewoners hebben er binnen no time iets heel moois van gemaakt,” zegt Robert. “Ze hebben aardig kunnen oogsten. Voor ons was het heel leuk om steeds buurtbewoners langs te hebben die kwamen kijken hoe het met hun plantjes ging.”