Nieuws

Oase voor vlinders en vogels: Els de Vos beheert zelf een gemeenteplantsoen

Els de Vos (58) onderhoudt zelf het gemeenteplantsoen naast haar huis. In plaats van ‘droevig’ groen, staat het nu vol bloemen en gonst het er van de bijen, hommels, vlinders en vogels. 

Naast het huis van Els de Vos, tussen Sportpark Middenmeer en de Middenweg, aan de Anfieldroad, ligt een plantsoentje vol bloeiende bloemen. Het zijn planten waar bijen, vlinders en vogels baat bij hebben: aalbes, judaspenning, dagkoekoeksbloem, look-zonder-look. Ook staat er een vlinderstruik, en is er een kruidentuin, een insectenspiraal (terracotta stukken met holletjes) en een appelboompje.

Els wijst richting de Middenweg: “Zie je die droeftoeterbende daar?” Ze doelt op een perkje dat vol staat met groene struiken. “Zo zag het er hier eerst ook uit. Van dat eeuwige groen waar ook nog eens vaak vuil in blijft hangen.”

De gemeente onderhield het plantsoentje naast Els’ huis bijna nooit. “Ik moest altijd bellen of ze het kwamen snoeien. Soms werd het gewas zo hoog dat we niks meer door ons raam konden zien. Na een paar jaar jammeren werd mijn plan om het zelf te beheren goedgekeurd. Mijn idee was om het aantrekkelijk te maken voor insecten en vogels.” Het vertrouwen van de gemeente heeft waarschijnlijk ook te maken met Natuur, je beste buur, een buurtinitiatief waarvoor Els sinds 2005 elke maand met een groep vrijwilligers natuurvriendelijk onderhoud uitvoert aan de randen van Sportpark Middenmeer. 

In 2012 haalde de gemeente het eerste plantsoen leeg, in 2018 volgde het naastgelegen tweede plantsoentje. Met bulldozers gingen alle planten en struiken eruit. “Ik ben het zelf gaan vol zetten met van alles en nog wat,” vertelt Els. “Ik neem vaak zaden van planten die ik tegenkom mee en ik heb altijd een schepje en potjes in mijn fietstassen.” In haar eigen tuin kweekt Els stekjes in een kas, die ze vervolgens over het plantsoen verspreidt. “Zelfs de buren viel het op dat er sinds dat moment meer vlinders vlogen. Ook de egel kwam steeds vaker langs.” Blinde bij, weidehommel, bruine kikker, veldmuis, atalanta, kolibrievlinder en groenling zijn ook soorten die van de planten profiteren.

Els – die het ecologisch tuinieren met de paplepel ingegoten kreeg – voelt aan de bladeren van een aalbes. “Hier komen veel rupsen op af, en dat trekt weer vogels aan.” Paardenbloemen laat ze staan voor de hommels, bijen en andere beestjes. Terwijl we door het plantsoen lopen wijst ze op witte bloemetjes. “Dat is judaspenning, de waardplant van het oranjetipje.” Door zowel vroege als late bloeiers te planten, biedt het plantsoen het hele jaar door voedsel voor insecten. 

Op de hoek van het plantsoen is een kruidentuin waar buurtbewoners rozemarijn, tijm, salie en majoraan kunnen plukken. Soms stappen er mensen uit de auto om foto’s te maken van het bloemrijke perkje, ziet Els vanuit haar raam. “En hoeveel complimenten ik er wel niet voor krijg…” Toch stuit ze ook wel op onbegrip. Waarom laat je die uitgebloeide bloemen staan, vragen mensen weleens. “Nou, op de kaardebollen komen puttertjes af…!”