Hij stond ruim twintig jaar te verkommeren, maar na een uitgebreide renovatie oogt de Muiderkerktoren weer als nieuw. De opknapbeurt is bijzonder omdat hij vrijwel geheel is uitgevoerd door jongeren, in opleiding voor timmerman, loodgieter of metselaar.
De zwartgeblakerde steunbalken in de nok van de toren geven gelukkig geen roet meer af als Ineke Reekers er met haar handen langs strijkt. “De balken zijn geïmpregneerd, je kunt ze nu gewoon aanraken zonder gitzwarte handen te krijgen.”
Reekers geeft een rondleiding door de acht verdiepingen hoge Muiderkerktoren, op de hoek van de Linnaeusstraat en de Eerste van Swindenstraat, pal tegenover het Oosterpark. De toren is vorig jaar een nieuwe fase ingegaan. Bij een dramatische brand in 1989 is de Muiderkerk in zijn geheel verloren gegaan. Er werd een nieuwe, moderne kerk gebouwd, maar de toren, een van de blikvangers van Amsterdam-Oost, stond er wat verloren naast. Als een soort levende ruïne, wachtend op betere tijden.
De toren was eigendom van de Protestantse Kerk Amsterdam, vertelt Camiel Honselaar, projectontwikkelaar Muiderkerktoren namens bouwbedrijf M.J. de Nijs. “Omdat de kerk geen geld had, en wij de toren wel op wilden knappen via een leerwerkproject, konden wij de toren voor het symbolische bedrag van 1 euro van de kerkgemeenschap overnemen.”
De Nijs vindt dat belangrijk, maatschappelijk verantwoord ondernemen en iets voor jongeren betekenen. “Jonge mannen en vrouwen opleiden tot timmerman, loodgieter of metselaar. De bouw is nu weliswaar ingezakt, maar als straks alles weer aantrekt, hebben we een schreeuwend tekort aan vakmensen. Door jonge mensen aan restauraties van mooie gebouwen te laten werken, hopen we het werk in de bouw aantrekkelijk te maken.”
Vrijwel de gehele renovatie is uitgevoerd door stagiairs, onder toeziend oog van één leermeester. Alleen het opbouwen van de 55 meter hoge steiger, dat vond het bouwbedrijf een te gevaarlijke klus voor de jongeren.
De renovatie, die twee jaar in beslag nam, duurde langer dan gebruikelijk voor dit soort klussen. Logisch, stelt Honselaar. “Leren en begeleiding kost tijd. Maar het resultaat is de investering meer dan waard.”
Stadsherstel
Na de renovatie droeg De Nijs het eigendom van de toren over aan Stadsherstel, dat in Amsterdam veel monumentale panden beheert en exploiteert. Sinds juli 2012 heeft de toren ook een huurder, de OuderKindLijn van Ineke Reekers en haar collega’s. Dit is een tweedelijns GGZ-praktijk voor problemen samenhangend met zwangerschap, ouderschap en de ontwikkeling van baby en peuter. Reekers: “We bestaan nu één jaar en zowel ouders als verwijzers, maar ook OLVG en AMC weten ons steeds beter te vinden. Ouders vinden het prachtig hier. En het mooie is dat iedereen de toren kent.”
De samenwerking tussen OuderKindLijn en het bestuur van de Muiderkerk verloopt goed. Reekers: “De kerk heeft recht van overpad. Tijdens de dienst op zondag en doordeweeks bij bruiloften of begrafenissen openen we de deur van de toren. Dat is namelijk de oude toegangsdeur naar de kerk. We zorgen er dan voor dat er geen cliënten van ons beneden in de hal in de wachtkamer zitten. Dat gaat prima. En verder zijn we erg gelukkig hier. We hebben onze werkplek in een Amsterdamse kerktoren, wie kan dat zeggen?”
Leerling-timmerman Guido Tuin
Guido heeft zijn steentje bijgedragen aan de restauratie van de Muiderkerktoren. “Ik heb vrijwel overal aan meegeholpen. Ik heb timmerwerk gedaan, nieuwe kozijnen geplaatst, etages toegevoegd.
Het leuke van deze klus was dat de stagiairs overal over mochten meedenken. We waren niet alleen uitvoerders, maar we bedachten ook zelf hoe we ons werk het beste konden aanpakken. Je leert daarvan meer dan van oefenen in de werkplaats. Daar heb je alles bij de hand, hier niet. We liepen continu tegen problemen aan waarvoor we oplossingen moesten bedenken. Zoiets leer je alleen in de praktijk.”