Koning Willem Alexander en Mark Rutte waren al eens op bezoek bij zijn aangrenzende kleine broertje, en de recente drie dagen durende officiële opening werd opgeluisterd door onder meer Prins Constantijn van Oranje en voormalig NOS-correspondent Charles Groenhuijsen: Science Park heeft er een nieuw datacentrum bij. En niet zo maar één. Het strak vormgegeven, 72-meter hoge AM4, zoals het gebouw van de Amerikaanse datacenterexploitant Equinix heet, wordt het grootste datacentrum van Amsterdam, en daarmee meteen ook één van de grootsten van Nederland. Maar waar het bij de andere datacentrareuzen vooral draait om opslagruimte, gaat het bij Equinix vooral om snelheid, ‘connectiviteit’.
De toekomstige klanten van het nieuwe centrum zullen dan ook bedrijven zijn die ofwel supersnelle diensten aan hun eigen klanten willen leveren (denk aan zoekmachines en streamingsdiensten zoals Netflix), ofwel bedrijven die onderling baat hebben bij de snelst mogelijke verbinding; door de servers bij elkaar in één ruimte te zetten kunnen ze direct gegevens uitwisselen zonder over het publieke internet te hoeven gaan. De opslag van uiterst gevoelige of cruciale informatie is ook een reden om voor dit type datacentrum te kiezen. Rick Pijpers, hoofd marketing van AM4, geeft aan eigenlijk niets over klanten te mogen zeggen, maar ‘laat ik zeggen dat 7 uit de top 10 bedrijven van de Forbes top 100 bij ons bekend zijn’.
Pijpers beschrijft het datacentrum het liefst als hotel. “Wij leveren de ruimte en de faciliteiten, en onze klanten kunnen ermee doen wat ze willen.” In de praktijk betekent dit dat acht van de twaalf verdiepingen langzaam vol worden geplaatst met servers in manshoge kasten, ‘rekken’, die weer in afgeschermde kooien worden geplaatst; voor iedere klant een eigen kooi. De ene klant zal een bescheiden formaat kooi afnemen, een ander misschien een hele verdieping. Gewerkt wordt er verder niet. Behalve een enkele technicus die wat onderhoud doet, zal alleen het zoemen van de apparatuur te horen zijn.
De andere verdiepingen zijn gereserveerd voor de faciliteiten waar Pijpers op doelt. Kort gezegd bestaan deze uit drie dingen: stroom, koeling en beveiliging. Net als bij alle andere Equinix-centra draait het er hoofdzakelijk om deze factoren koste wat het kost te waarborgen. En daar gaan ze heel ver in, bijkt wel uit een rondleiding door Herman Wegter, projectleider van de bouw van AM4, en Pijpers – overigens mét bouwlaarzen en fluorescerend hesje want hoewel het casco er staat, wordt er aan de binnenkant van het gebouw nog volop gewerkt.
Ten eerste is de continuiteit van stroom van cruciaal belang voor de klanten van het gebouw. “Álles leggen we dubbel aan; ‘redundantie’ noemen we dat’, zegt Wegter hierover. “Als bijvoorbeeld één glasvezelkabel breekt, dan neemt een ander dat automatisch over. En zo doen we dat ook met stroom, koeling, aironditioning et cetera.” Indrukwekkend zijn de elf mega-generatoren, elk in hun eigen kamer, die in rust, maar continue waakzaam staan te wachten op het moment dat ze nodig zijn in geval van een stroomstoring. “En voor de dertig seconden die ze nodig hebben om actief te worden, hebben we een kamer vol met batterijen die dat op kunnen vangen”, zegt Wegter.
Al die energieslurpende servers bij elkaar warmen de boel behoorlijk op, dus ook goede koeling is essentieel. Die wordt in eerste instantie verzorgd door een ingenieus vernevelingssysteem op het dak van het gebouw. Ook wordt er op zo’n 180 meter diepte grondwater opgepompt waarvan de koude wordt afgegeven aan het interne koelsysteem. Het opgewarmde water wordt vervolgens weer teruggepompt en indien nodig afgegeven aan de nabijgelegen Universiteit van Amsterdam.
Veiligheid tenslotte is een derde facet waar klanten op af komen. Het gebouw binnenkomen kan alleen met legitimatie en vingerafsdrukscan, en eenmaal binnen staan overal camera’s. Klanten kunnen zelf kiezen hoe ver ze die veiligheid willen doorvoeren; tijdens een rondleiding door kleine broer AM3 wijst Pijpers op een klant die een extra beveiligde deur naar hun server heeft laten plaatsen, inclusief extra vingerscan en weegschaal zodat mensen niet zwaarder naar buiten komen dan ze erin gingen. Overigens is de digitale beveiliging de verantwoording van de klanten zelf. “Maar het feit dat ze geen informatie over het internet hoeven uit te wisselen, is per definitie natuurlijk al veiliger”, zegt Pijpers hierover.
Het AM4-gebouw wordt in feite aan het al sinds 2012 in gebruik zijnde AM3 datacentrum vastgebouwd. “Het grootste verschil zit hem eigenlijk in de grootte, verder zien de blauwdrukken van eigenlijk al onze datacentra er ongeveer hetzelfde uit, zegt Wegter. De eerste verdiepingen van het gebouw moeten rond eind augustus klaar voor gebruik zijn. “Je zou kunnen zeggen dat wat we nu voornamelijk doen is testen, testen en nog eens testen. Het moet het allemaal gewoon doen.” Het lijkt alsof hij het zelf af en toe ook niet kan geloven. “Het is toch eigenlijk wel te gek voor woorden wat we hier doen. Voor ons is het gewoon, maar het is eigenlijk niet normaal meer”, verzucht hij quasi-wanhopig.
Door Jose Stoop