In het bijzijn van burgemeester Femke Halsema en onderwijsminister Robbert Dijkgraaf vierde NEMO Science Museumvrijdagavond zijn 100e verjaardag met een show op het water.
Een grote boot en een stofzuiger lieten zien hoe een vacuüm werkt. Als klap op de vuurpijl werd de avond afgesloten met het afvuren van een raket.
In 1923 opende schilder en verzamelaar Herman Heijenbrock op zijn zolder het Museum van den Arbeid in Amsterdam. Heijenbrock wilde met name kinderen beter bekend maken met vooruitgang en technologie. Een eeuw later is NEMO een interactief wetenschappelijk museum met ruim 700.000 bezoekers per jaar. Zo’n 40% van hen is jonger dan 18 jaar.
Voorlopers van NEMO huisden op de Rozengracht en de Tolstraat. Sinds 1997 is het gevestigd in een door Renzo Piano ontworpen gebouw boven de IJ-tunnel, dat op een schip is geïnspireerd en als NewMetropolis opende. In 2000 kreeg het museum zijn huidige naam. Twaalf jaar later kwam er een dependance op Schiphol. Sinds 2016 is NEMO een officieel museum met een eigen erfgoedcollectie.
De over vijf verdiepingen verdeelde tentoonstellingen, experimenten, demonstraties en workshops in NEMO leren jong en oud hoe bijzonder alledaagse dingen zijn. Op een laagdrempelige manier belichten ze aspecten van biologie, gedragswetenschappen, natuurkunde, scheikunde, techniek en wetenschap die bezoekers zelf kunnen onderzoeken.
De collectie laat zien hoe technologische ontwikkelingen die dicht bij de mens staan het leven veranderden. Veel objecten zijn in 2008 overgenomen van het voormalige Amsterdamse Museum Energetica, dat veel schenkingen kreeg van het bedrijfsmuseum van de KEMA en het voormalige Gemeentelijk Energiebedrijf. Een klein deel van de collectie komt uit het voormalig Nederlands Instituut voor Nijverheid en Techniek, dat in 1954 het oude Museum van den Arbeid opvolgde.
NEMO viert 100-jarig jubileum met spectaculaire show
