Het heeft nogal wat voeten in de aarde om je kind in Amsterdam op een middelbare school van zijn keuze te krijgen. Om je kansen op een ‘voorkeursschool’ te vergroten, wordt sinds de invoering van de Centrale Loting & Matching aangeraden een zo lang mogelijke voorkeurslijst op te stellen. Bij een havo/vwo-advies zoals mijn dochter kreeg, is twaalf scholen toch wel het minimum. Gevolg: al je vrije tijd vanaf half januari tot half februari zo ongeveer doorbrengen op middelbare scholen.
Die scholen organiseren dan open dagen en lesjesmiddagen om een zo goed mogelijke indruk op de duizenden aanstaande brugklassers te maken. Maar niet alléén achtstegroepers bezoeken de meer dan veertig middelbare scholen die de stad rijk is en die meedoen aan het systeem. Want ook ouders met hun kinderen uit groep zeven komen alvast massaal naar de scholen. Waarom weet eigenlijk niemand, het wordt er alleen maar drukker van.
Zo druk, dat sommige scholen daarom dit jaar kiezen voor een aanmeldsysteem, ‘om de bezoekersstromen in goede banen te kunnen leiden’. Van één school, het Fons Vitae, kreeg ik daarna heuse tickets gemaild, als gingen we naar een hip concert.
Op de open avond van de eerste school die dochter en ik bezoeken is het dringen geblazen. Ouders en kinderen dwalen door de gangen, in de aula doet de afdelingsleider een woordje. Een meisje op de eerste rij maakt vlijtig aantekeningen in het boekje waarin ze plus- en minpunten bijhoudt van de veertien (!) scholen die ze van plan is te bezoeken. Deze school – havo/vwo – krijgt een min voor het saaie begin van de toespraak en een plus voor de eigen papieren agenda die je er zal krijgen. Mijn dochter wil gewoon graag door de gangen rennen, en het lijkt haar ‘écht een hele leuke school’.
Dat was donderdag. Op zaterdag staat een nieuwe school op het programma. En daarna nog acht. Twaalf is ons echt veel te veel. We gokken er maar op dat we bij die 95% gaan horen die – vorig jaar althans – op een school uit de top vijf terechtkomt. Want zeg eens eerlijk: niemand, en zeker geen elfjarige, kan toch twaalf fijne scholen uitzoeken uit een aanbod van gebouwen op een redelijke (10 kilometer) fietsafstand?
Kinderen weten heel goed wat ze willen, blijkt. En altijd springt één school er met kop en schouders voor hen uit. Het grote verheugen kan dan beginnen. Maar garanties dat ze ook echt op hun favoriete school worden toegelaten, hebben ze vervolgens niet. Gekkenwerk, eigenlijk.
Door Loek Tevier
-In 2017 kwam ruim 85% van de 7.638 achtstegroepers op de school van zijn eerste keus
-Ruim 97% belandde in dat jaar op een school uit zijn top vijf
-130 leerlingen moesten het doen met een school buiten hun top vijf
-44 leerlingen konden niet worden geplaatst op een school van hun keuze
-Van elke 100 kinderen gaan er 94 door naar het voortgezet onderwijs: 50 naar vmbo, 44 naar havo/vwo