Natuur

Korte wortels in het Diemerpark

Als je door het Diemerpark fietst, is het bijna niet voor te stellen dat onder de grond een vuilstort verborgen ligt. De lage begroeiing verraadt deze voorgeschiedenis. Want boven op het geïsoleerde vuil ligt een leeflaag waarop alleen bomen met korte wortels kunnen groeien. Vanwege het waterpeil worden er nieuwe pompen aangelegd.
In 2001 is de bodemsanering van de Diemerzeedijk afgerond. Het vuil ligt verpakt in een soort omgekeerde doos met een dertig meter diepe schermwand en is afgedicht met onder andere trisoplast, een kauwgumachtig isolatiemateriaal.
Pompen
De Dienst Milieu en Bouwtoezicht houdt het terrein sinds de sanering goed in de gaten. Uit onderzoeken blijkt dat het grondwaterpeil in het verpakte vuil de afgelopen jaren is gestegen. Daarom wordt het met pompen kunstmatig laag gehouden. Het water in de ‘omgekeerde doos’ blijft zo lager dan erbuiten en kan er niet uit. Op dit moment staan er negen pompen waarmee 5.000 tot 10.000 liter water per uur wordt opgepompt en dat vervolgens wordt afgevoerd naar de waterzuivering. Er zullen dit jaar nog vijf extra pompen bij komen.
Waterpeil
De neerslag die op de ‘leeflaag’ boven op de verpakte vuilstort valt, wordt via een drainagesysteem naar het IJmeer afgevoerd. Een klein percentage, vijf procent, sijpelt echter door de isolatielaag. Daardoor stijgt het waterpeil in de vuilstort. Jip van Klaveren, projectleider Dienst Milieu en Bouwtoezicht Amsterdam: “Doordat het terrein in de loop der jaren her en der is verzakt, is het trisoplast op sommige plekken uitgerekt en zijn er gaatjes ontstaan. Met de pompen houden wij het water zo goed mogelijk op peil. Op sommige plekken staat het een meter hoger dan zou moeten.”
“De afgelopen tien jaar is er nooit verontreinigd water naar buiten gekomen,” stelt Van Klaveren. “Met apparatuur door het hele park voeren we constant metingen uit. We doen dit alles uit voorzorg. Daarom is er nu ook vlak bij het Diemerparkstrand een pomp geplaatst. Deze plek, waar recreanten in contact komen met water en zand, houden we natuurlijk extra goed in de gaten.” Onlangs is het Diemerparkstrand tot officieel zwemwater aangemerkt.
Duinlandschap
Ondanks de duistere ondergrond is het Diemerpark één van de schoonste stukjes Amsterdam. Door de geringe dikte van de leeflaag (85 cm) kunnen er geen bomen met diepe wortels groeien. De wortels van grotere struiken en boomvormers spreiden zich uit in horizontale richting, weet stadsecoloog Els Corporaal.
“De bomen en planten die in het Diemerpark groeien, moeten tegen een stootje kunnen”, zegt Corporaal, “want er is meestal nauwelijks grondwater. Daarom heeft de vegetatie iets weg van een duinlandschap. Maar die openheid, afgewisseld met ruigtes en schuilmogelijkheden, trekt juist ook bepaalde dieren aan.”
Er leven in het Diemerpark vossen, ringslangen, vleermuizen, konijnen, wezels, vlinders en veel verschillende vogelsoorten, waaronder de oeverzwaluw en de ijsvogel. “De ringslang is een doelsoort in het gebied. Dat houdt in dat het beheer en de inrichting erop is afgestemd. Deze dieren hebben openheid en water nodig. Grote bomen zijn in dit geval ecologisch gezien toch niet zo wenselijk.”
De stadsecoloog denkt niet dat de dieren veel hinder ondervinden van de geïsoleerde vuilstort. Een vos die belemmerd wordt een hol te graven of een mol die zijn kop stoot daargelaten.