Nieuws

Kort verhaal ‘Weg met het groen’

Het was haar weer eens gelukt. Ze had zichzelf in een pijnlijke, gênante situatie weten te manoeuvreren. Ze had gezegd: “Natuurlijk, dat past wel. Kom er maar bij.” Terwijl ze natuurlijk had moeten zeggen dat het niet uitkwam, dat ze in alle rust van mogelijk de laatste zonnestralen van deze zomer wilde genieten. Ze zat op haar steiger, aan de ene kant dobberde een eend in het water en aan de andere kant zat nu de niet onknappe makelaar, Frank, die uitleg gaf over vierkantemeterprijzen en waarom dit echt geen slechte tijd was om te verkopen.

Natuurlijk heerste er een crisis, hij was de laatste om dat te ontkennen, maar het kon ook positief voor haar uitpakken… Ze wilde helemaal niet weg, maar hij deed zo zijn best dat ze vond dat ze hem op zijn minst moest laten uitpraten. Ze zag zijn blik over haar armetierige tuin gaan. Hij zag potentie. Tuinarchitecten genoeg en met minimaal een volwassen olijfboom erin … Tsja, het kost wat, maar dan heb je ook wat. Hij hield van oneliners die Frank. … Dromen zijn gratis. Aan de overkant werd al dagenlang gesnoeid door een stel tuinmannen. Hoe ver kun je gaan… we willen geen groen meer zien!

Frank, de makelaar, zag niet dat ze haar kuiten moest ontharen. Haar linkervoet wurmde ze onder haar rechter, daar zat nog wat meer nagellak. Dit was echt een gezinsvilla, ja dat wist ze natuurlijk ook wel. Peper het me nog eens in. Moest ze hem niet iets te drinken aanbieden…, hij moest een droge keel van dat praten hebben. Hij zou vast achter haar aan lopen. Mee naar binnen. De keuken in, terwijl zij twee schone glazen zocht. Zijn blik zou onopvallend langs de afwerking van de kozijnen gaan, onbewust de inbouwspots tellen. Ze was te oud voor hem of was hij te jong voor haar?

De steiger was erg smal voor twee personen. Verderop huilde een baby, het was vast een langdurige bevalling geweest, daar kreeg je huilbaby’s van. Frank hoorde het ook. Even hield hij zijn mond. Toen begon hij over het tennispark dat bijna af was, de nieuwe sportvelden…

Waren er geen andere huizen die hij moest verkopen? Wellicht op dat nieuwe eiland, een stukje verderop, waar dat tennispark kwam… Er waren ongetwijfeld meer huwelijken in slecht vaarwater. Ze had er alle vertrouwen in dat ze voor de winter kwam, een nieuwe, warme, mooie liefde aan de haak geslagen had. Dan kon ze de werkloze open haard lekker opstoken!

Ze wilde roepen: “Ik wil helemaal niets verkopen, ik blijf waar ik ben. Knappe jongen die me hier weg krijgt!” Waarop Frank zou zeggen: “Maar uw man…, uw man had mij gebeld.” Frank moest ook weten dat ze niet meer getrouwd was. Dit kon zo niet doorgaan. De eend snaterde. Open huis, bloemen, de geur van vers appelgebak. Waarom stuurde ze het gesprek geen andere kant op. Er voer een boot voorbij, geen idee wie er in zat, maar ze zwaaide terug. Frank zuchtte. Was hij moe geworden?

Er moest iets groots en meeslepends gebeuren.