Het werd tijd voor iets anders, ze moest er nodig eens tussenuit. Het eiland af. Terwijl ze dit dacht hoorde ze eerst zacht, toen steeds harder Samba roepen. “Sammba. SSSambaa.” De stem klonk kwader, steeds kwader. Een klein wit hondje zoefde langs haar been, weg van de stem. Een man in pak beende erachteraan. Echt, een hond als vriend was zo gek nog niet. Je rook de lente al een beetje.
Misschien kon ze gaan kuren met een vriendin. In gedachten ging ze het rijtje langs: hoogzwanger, carrière, in Amerika, even overwoog ze om Sandra te vragen, maar de laatste keer had ze zelf niet teruggebeld en dan was het nu ook een beetje raar om haar te vragen, naast haar, in haar blote kont op een handdoek te gaan zitten zweten, nee, het was ook niet een vriendin te noemen en ze kletste aan een stuk door, niet iets waar ze nu echt behoefte aan had. Ze kon ook gewoon een lekkere kruik voor zichzelf maken, tegenwoordig had je ze met lavendelgeur. Even in de magnetron en de thuishealing kon beginnen. De telefoon ging, het was alsof haar moeder rook in welke stemming ze was. “Wat dacht je van een weekje Texel?” vroeg ze. “Ik betaal.” Texel, ook een eiland. Waarom bedankte ze er niet meteen voor. Overwoog ze serieus met haar moeder de oversteek te wagen. Van schapen werd ze ook niet blij. Ze hoorde zichzelf ja zeggen. Toen hing ze op. Een tijdlang dacht ze niets. Ze zei tegen zichzelf, ik denk niets en ik voel niets. Dat is lang geleden. Uit het niets dacht ze ineens aan Frank. Hij was echt niet haar type. Geloofde Wim het? De verzonnen nieuwe liefde van haar. Het leek haarzelf steeds minder onwaarschijnlijk. Of: het kon. Ja, het kon best. Ze voelde iets. Ze kreeg het er warm van. Wim had haar op een idee gebracht. Hij een nieuwe liefde, dan zij ook! Ineens begon ze onbedaarlijk te huilen. Lekker heel hard, met uithalen. Niemand kon haar zien. Snikkend liep ze naar de spiegel in de hal. Het stopte niet. Nog nooit zag ze zulke mooie, ronde tranen langs haar wangen biggelen; ze leken nep. Huilde ze nu om Wim of om alle eerdere vriendjes waar het nooit iets mee geworden was, of om haar fiets die ooit gestolen was, de verhuizing van haar hartsvriendin toen ze tien was, haar arm die uit de kom vloog toen haar vader net iets te ongeduldig was… Kom op. De winter was voorbij. Het kon vanaf nu alleen maar beter worden. Ze pakte een verwassen trainingsbroek en zocht naar een passend T-shirt, de rest gooide ze op haar bed. Ze propte de kleren in haar handtas. Zouden ze merken dat ze op deze gympen ook buiten liep? Sportschool, here I come. Ze schreef zich maar direct voor twee jaar in, ontving een knalroze keycord met daaraan haar magnetische sleutel. Open de poort van een gezond, slank en gelukkig leven.
Josine Marbus