Sport

King Peerwijk ziet veel rek in AFC IJburg: ‘Ze weten niet welke goudmijn ze in handen hebben’

De velden zijn verlaten, de rolluiken van de kantine dicht. Vogeltjes kwetteren op een zonovergoten Sportpark IJburg. Dan arriveert een blauw Renaultbusje waaruit basmuziek weerklinkt. Aldus verschijnt King Peerwijk, kersverse trainer van AFC IJburg. Hij vertelt goedgemutst over de plannen van de club, en over zichzelf. King ziet trainers Ruud van der Zijde en Alex Pastoor als respectievelijk mentor en rolmodel. Ook werd hij geïnspireerd door Louis van Gaal.

“Met Alex Pastoor heb ik samengewerkt bij Duinrand. Zijn veldtrainingen zijn uitstekend en hij is duidelijk en direct; daar hou ik van. Louis van Gaal ook, echt een prediker. Ik trainde een jeugdteam tijdens een toernooi bij Telstar. Hij zei steeds dat het anders moest, terwijl ik allang mijn diploma’s had. Achteraf had hij gelijk. Hij komt raar over maar dat is een masker, een beschermmuur. Hij is een uitmuntende trainer. Ik vraag spelers vaak hoe hun dag was, hoe het met hun vriendin gaat, kijk ze in de ogen. Hoe beter ik spelers leer kennen, hoe meer we bereiken. Wat ik mis bij trainers van nu: ze leven niet meer mee met spelers. De meeste komen voor het geld, hebben niks met hun club. Dat werkt niet, de jeugd verandert. Je moet het samen doen, luisteren naar spelers. Er zit veel rek in IJburg, ze weten niet welke goudmijn ze in handen hebben. Er zijn pas kort seniorenteams, daar zit zoveel groei in. Daarom ben ik erin gestapt. Ik heb een driejarenplan ingediend bij het bestuur. Eerste jaar kijken we waar we komen, tweede jaar moeten we periodetitel pakken en het derde jaar kampioen worden. Mijn doel is de oudere jeugd te laten doorstromen. We hebben nu een Onder-23 elftal dat hoog speelt, dat helpt.”

“Ik teken op een bord waar ze moeten staan. Als de bal dáár is, moet jij dáárheen bewegen. Je hebt niet elf briljante voetballers nodig, zolang ze doen wat we afgesproken hebben. Je moet ook niet te veel informatie geven. Ik geef enkele spelprincipes mee, bijvoorbeeld liever diep spelen dan breed. Aansluiten, kantelen. Ik hou van het teambelang. Vedettes die balletjes hooghouden, daar kan ik niks mee. Playstationvoetbal. Als je gek gaat doen, ga dan lekker naar huis. Dat meen ik. Ik blijf rustig, schreeuw niet, maar dan zie ik je morgen weer, prima. Heb je geen kicksen dan koop ik die voor je, maar je moet wel normaal doen.” 

“Het is moeilijk jongens te motiveren zonder wedstrijden, we trainen alleen maar. Ik probeer de saamhorigheid te vergroten door bijvoorbeeld samen de duinen in te gaan. Plezier staat bovenaan. Ik stond in zo’n materiaalhok, had ik de sleutel erbuiten laten liggen. Hebben ze me minutenlang opgesloten. Moet kunnen man, lachen. Ik ben altijd bezig; als er een regenpijp kapot is, dan maak ik die. Dat houdt je jong. Hoe ik aan mijn voornaam kom? Mijn vader was gecharmeerd van Martin Luther King, maar ik ben nuchter. Ik voel me geen king, ben een simpele boerenlul. Ik had trouwens een collega die Prince heet, serieus waar!”