Hans Bergsma speelde als jeugdvoetballer bij AFC en Ajax, waar hij het eerste elftal net niet haalde. Vanaf zijn vierentwintigste trainde hij vele verenigingen waaronder DCG, Pancratius en sinds vijf jaar Wartburgia (derde klasse zaterdag). Zoon Léon Bergsma is profvoetballer bij AZ. Je mag Hans gerust voetbalgek noemen. Met zijn karakteristieke, schorre stemgeluid vertelt hij wat hem beweegt.
Voetbal, altijd voetbal. Waarom?
“Ik heb er verstand van. Meer dan jij, meer dan iedereen. Het spel intrigeert me, ik denk voortdurend na over hoe we tegenstanders kunnen verslaan. Het motiveert me om spelers individueel beter te maken en een manier van denken en voetballen over te brengen op een groep. Mijn sterkste kwaliteit is dat ik meteen de zwakke punten kan herkennen bij tegenstanders en mijn spelers daarop kan laten inspelen. Ik train Wartburgia 1, doe het tweede erbij omdat hun trainer ziekgemeld is. Verder train ik twee damesteams en de jongste jeugd van Taba.”
Wat hoop je nog te bereiken?
“Niks. Iets bereiken is voor mij onbelangrijk. Het gaat erom dat die spelers plezier hebben en beter kunnen worden. Wartburgia is mijn favoriete club in Oost, er speelt niemand die ik niet getraind heb. Ik zou het leuk vinden als de mensen waarmee we nu spelen langer bij elkaar blijven, ook als ikzelf niet meer train. Bergsma moet niet voor altijd blijven zitten, een ander kan het ook. Ik verdwijn graag naar de achtergrond. Dat had komend seizoen al kunnen gebeuren, maar ze vroegen of ik doorging. Maar dan ga ik niet meer dertien trainingen per week geven. Ik wil meer aandacht voor de carrière van mijn zoon, daarin heb ik veel geïnvesteerd. In de jaren tachtig was ik een jaar jeugdtrainer bij Ajax, voordat Arnold Mühren het overnam.”
Wat is het mooiste dat je meemaakte rondom het voetbal?
“Het allermooiste dat ik me herinner is het kampioenschap van mijn zoon, vorig jaar met Jong Ajax. Ik juich nooit bij een goal, maar toen Cassierra 2-1 maakte (in de kampioenswedstrijd tegen MVV, red.) sprong ik een gat in de lucht. Mijn zoon is de eerste aanvoerder die kampioen werd met Jong Ajax. Zijn carrière is voor mij veel belangrijker dan het verhaal van een cluppie trainen.”
Vindt je vrouw het nog gezellig?
“Die vindt het sowieso niet leuk met mij, maar ze kan geen kant op. Ze is wél groot supporter van m’n zoon. Ik ga wel eens met haar naar de schouwburg of zo, uit eten, maar verder is het voetbal. Saai misschien, maar ik vind het wel aardig.”