Nieuws

‘Ik hou wel van een stevig debat’

Annabel Nanninga stopt met haar journalistieke werk. En dus met columns schrijven voor de Brug. Ze gaat de politiek in, sinds oktober is ze lijsttrekker Forum voor Democratie Amsterdam. Op 21 maart 2018 zijn de gemeenteraadsverkiezingen. “Weg met die Jomanda-prietpraat.”

Je wilde toch weg uit Amsterdam?
“Het is wel duidelijk dat Forum voor Democratie (FvD) politiek niet ver van me af staat. Voorman Thierry Baudet, ik ken hem al jaren, zei: ‘Je bent boos, dat betekent dat je niet onverschillig bent. Dus er zit nog wel iets’. Weggaan is toch ook vluchten hè. Ik dacht: hij heeft gelijk. Hij boorde aan wat er eigenlijk al zat, en waar ik zelf een andere – meer cynische – richting aan gaf. Ik was echt van plan te verhuizen, we waren al huizen aan het kijken. Dat is nu geen optie meer. Als je dan die keus maakt, moet je er ook voor gaan. Ik kan niet dingen half doen, dat is mijn aard niet. Daarom ben ik ook gestopt met mijn journalistieke werk. Ik kan niet als actief politicus ook opiniestukken insturen, als beroep. We zijn de PvdA niet.”

Heb je een ander leven nu?
“Zó, zeg dat wel. Maar ik zie er niet tegenop. Een van de redenen dat ik ben gestopt als journalist en opiniemaker is dat ik dat op den duur niet effectief genoeg vind. Het is voor mezelf niet meer genoeg. Ik ben nu veel aan het voorbereiden. Feiten en cijfers kennen, van alles wat weten, van kinderopvang tot erfpacht. Voorbereiden, inlezen en vooral met heel veel mensen in de stad spreken. Dat is enig om te doen, een soort interviews afnemen. Ik bevraag alleen niet meer alleen namens mezelf. In die zin heb ik wel iets van onafhankelijkheid opgegeven.”

Waarom Forum voor Democratie?
“Het is de enige partij waarvan de achterliggende visie me aanspreekt. Die is: mensen zijn dingen kwijtgeraakt. Niet zo zeer in geld of spullen, maar in het idee van ergens bij horen. Ik vind het goed dat FvD zegt: je mag gewoon van je land houden. Dat hoeft geen eng, nationalistisch iets te zijn. Het wordt tijd dat we daar een beetje op terugkomen. Het thema van vervreemding en onthechting, daar zat ik in mijn werk ook al heel lang op. Het is niet eng om van je buurt, van je stad of van je land te houden. Het is niet eng om gedeelde idealen te hebben.”
Dan, stellig: “FvD is heel goed in verbinden zonder individualiteit plat te slaan. Zonder van ons massakonijnen te maken. Dat hebben we nodig in deze tijd.”

Wat breng je de politiek in Amsterdam?
“Er viel tot nu niet meer echt iets te kiezen. De partijen in Amsterdam zijn allemaal een beetje variaties van de PvdA. Zo’n wethouder Van der Burg van de VVD die zegt: hoe meer asielzoekers hoe beter. Je ziet dat er weinig verandering is in de politieke cultuur, het is allemaal kluitjesvoetbal. Dan krijg je misstanden. Het is heel goed dat wij, maar ook BIJ1 van Sylvana Simons en Denk, meedoen. Het zal hoe dan ook de ingeslapen middenmoot, die politiek gelijkgeschakelden – dat is het woord dat ik zoek, het is allemaal helemaal gelijkgeschakeld – wakker schudden. Want het is in Amsterdam wel heel politiek correct en naar binnen gekeerd geworden, heel erg symboolpolitiek. Dat ontzettende zelffeliciterende, heel blij zijn met kleine succesjes. Weg met die Jomanda-prietpraat. Ik wil ook liever dat het simpel is, maar dat is het niet.”

Een plicht?
“Een beetje wel. Omdat ik zo lang aan de zijlijn heb geroepen dat het misgaat. En ook omdat ik denk dat ik de capaciteit heb om het debat te voeren en dingen te benoemen. Dat moet ik gebruiken. Als ik het niet doe, doet niemand het. En ik wil wel dat het gebeurt. Ik hou nog van Amsterdam. Het tegenovergestelde van liefde is onverschilligheid. Als het me niks zou kunnen schelen zou ik ook niet boos zijn. Ik laat me toch niet wegjagen? Bovendien, ik hou wel van een stevig debat.”

Lees ook:
Columns
Annabel Nanninga in De Jas