Nieuws

‘Hoe dichterbij, hoe groter het nieuws’

Honderd edities van de Brug, dat is geen kattenpis. Een prachtjubileum waar u tegen gezegd mag worden. En een leuke aanleiding om bekende maar vooral lukrake oosterlingen te bevragen over onze mooie krant. Behalve van enkele krantbarbaren die me bij het noemen van de Brug glazig aankijken, krijg ik veelal enthousiaste reacties.

“Ik blader meteen naar dat stukkie van jou”, grijnst Aslan, de immer vrolijke eigenaar van Aslan Versmarkt. “En ik kijk goed naar de adverteerders, want ik moet binnenkort ook eens een advertentie plaatsen”, vervolgt hij.

De Brug! Ja, die ligt vaak bij ons op de trap”, zegt Eric, die onze vergane badkamer komt inspecteren. “Ik lees graag wat er allemaal gebeurt. Ze schrijven ook leuke historische artikelen. Laatst las ik iets interessants, wat was het ook weer…”

Esther, een notoire hangouder op ons schoolplein: “Ik lees vooral de columns. Wie staat er ook weer voorop? O ja, eerst Elke Geurts en nu Marcel van Roosmalen, toch? Ik vind het wel leuk om zijn gezeik te lezen. En achterin sta jij natuurlijk.”

Tim, gevreesd middenvelder bij een matig elftal van voetbalclub DVVA: “Ze hebben altijd leuke interviewtjes met semi-BN’ers uit Oost. Herkenbaar om over je eigen buurtje te lezen. Hoe dichterbij, hoe groter het nieuws. Verbeterpunten? Ik zou het interessant vinden als ze iets meer over ondernemers schrijven.”

Schrijver Herman Koch uit zich over de app in kraakheldere bewoordingen: “Ja, ik lees de Brug. Wie hem niet leest, weet echt niet wat er in Oost leeft. En moet dus ook niet zeuren als de helft hem ontgaat.” Zo. Die zit.

“Ik kom niet uit Amsterdam en vind de Brug een leuke manier om te integreren”, aldus mijn benedenbuurvrouw. “Ik lees graag wat er leeft en denk dat veel mensen er blij mee zijn. Alleen qua kunst mis ik weleens wat, hebben jullie al geschreven over Popinnart op de Middenweg?”

Dirck, vertrouwd gezicht van Eriks Delicatessen op het Beukenplein: “Eerlijk gezegd lees ik nauwelijks kranten, vooral boeken. Maar misschien moet ik het eens bekijken.” Dat gaat hij door dit artikel zeker doen.

“Als ik denk aan de Brug, dan denk ik aan verbinding tussen mensen, op allerlei manieren. Aan cultuur, activiteiten, mensen op straat, daar is zo’n krant wel voor nodig.” Dixit Frank, pensionado op de Weesperzijde.

Martijn van den Dobbelsteen, uitgever en fotograaf van de Brug: “Ik lees alles. Mijn vader was journalist, ik ben opgegroeid met een krant op de keukentafel. Wereldnieuws is interessant, maar uiteindelijk wonen we met elkaar op een klein stukje. Ik ben blij dat wij met goede mensen deze mooie krant kunnen maken.”

Deze gemoedelijke doch matig betrouwbare steekproef toont aan dat de Brug in de afgelopen tien jaar een wezenlijk onderdeel van Oost is geworden. Op naar de tweehonderd!