Op de Diemerzeedijk tussen Zeeburg en Diemen staat het Gemeenlandshuis. Veel mensen zullen het kennen als het statige gebouw dat je gewaarwordt vanaf de A10 op een stukje niemandsland tussen camping, natuur en jachthavens. Ik heb mij vaak afgevraagd wat dat voor bouwwerk was, daar op die rustieke plek in de weidse omgeving. Het Gemeenlandshuis is nu een Museumhuis en is elke eerste zondag van de maand geopend voor publiek.
Het gebouw verrees in 1727 op de plek waar de herberg ‘Daer den Jaeger uytgehangen heeft’ stond. Sinds 1609 vergaderde het Hoogheemraadschap van Zeeburg en Diemerdijk in die oude herberg. Toen het pand te bouwvallig werd, besloot het Hoogheemraadschap de herberg te slopen en er een nieuw pand neer te zetten naar het ontwerp van de Amsterdamse timmerman Cornelis van der Does. In 2008 werd het gebouw overgedragen aan Vereniging Hendrick de Keyser.
Cunera Vergeer, hoofd communicatie van Hendrick de Keyser, vertelt dat de vereniging architectonisch en historisch waardevolle gebouwen en hun interieur verwerft en restaureert. “Vervolgens verhuren we de gebouwen en proberen daarbij zoveel mogelijk de oude functie te behouden. Het Gemeenlandshuis heeft gedeeltelijk een kantoorfunctie en wordt verder gebruikt voor onder meer huwelijken, recepties, bijeenkomsten en vergaderingen. Ook het huidige Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht vergadert hier nog.”
Vrijwilligers geven rondleidingen en kunnen van alles over het pand en zijn geschiedenis vertellen. Je mag ook vrij rondwandelen en een vrijwilliger aanschieten met een vraag. Het prachtige stucwerk, een grote bronzen alarmbel en een meterslang tegelplateau zullen de honger naar informatie zeker voeden. Net als een reproductie van Rembrandt. De beroemde schilder heeft bij de herberg een uitzicht over het water geschetst. Het werk is nu te zien bij het raam dat uitkijkt over het water, exact hetzelfde uitzicht dat Rembrandt destijds had.
Een rondgang door het Gemeenlandshuis doet de sfeer van het verleden herleven. “Hier midden tussen al het water kwamen de belangrijke koppen bij elkaar om te kijken hoe we ons tegen het water konden beschermen,” vertelt Vergeer. “Hadden zij ooit kunnen vermoeden dat dankzij hen enkele eeuwen later de waterscooters langs hun huis zouden scheren?” En Rembrandt? Had hij gedachten over de toekomst? Als het had gekund, zou hij die nautische scheurijzers dan in zijn werk hebben opgenomen?