Nederland staat op 4 en 5 mei weer massaal stil bij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Naast algemene herdenkingen zijn er ook een groot aantal die specifieke gevallenen herdenken. Op KNSM-eiland worden de mannen omgekomen op de vaart herdacht, onder wie ook veel Surinamers en Antillianen.
Als roofdieren lagen de Duitse onderzeeërs tijdens de Tweede Wereldoorlog klaar bij de mondingen van de Surinamerivier en het Curaçaose Schottegat. Hun prooien: volgeladen schepen die de zo broodnodige bauxiet en olie naar de Verenigde Staten brachten. Direct na de capitulatie van Nederland lieten de geallieerden hun oog vallen op de olieraffinaderij op Curaçao en de bauxietvoorraad van Suriname, die een van de grootste buiten Afrika was. Bauxiet was nodig om vliegtuigen van te maken en olie was zo ongeveer overal voor nodig. Voor Suriname en de eilanden betekende de oorlog aanvankelijk vooral economische vooruitgang en werk zat.
Niet vreemd dat de eenentwintigjarige Surinamer Reinier Rolador (1922), net als veel andere jongens daar, besloot aan te monsteren op een van de schepen van de Koninklijke Nederlandse Stoomvaart Maatschappij (KNSM). De Telamon, het schip waarop Rolador voer, werd op 24 juli 1942 voor de kust van Guyana geraakt door een torpedo van een Duitse U-boot. Het schip zonk en drieëntwintig opvarenden kwamen om het leven. Onder hen Reinier Rolador.
“Ze schijnen een paar keer terug de haven in gevaren te zijn omdat het te gevaarlijk was op zee”, vertelt Roladors dochter Martha Fosch drieënzeventig jaar later vanuit Zaandam. Fosch was nauwelijks een half jaar toen haar vader omkwam. Ze spendeerde jaren aan het zoeken naar schaarse informatie over haar vader. “Mijn grootmoeder vertelde wel eens wat en iemand heeft mij een foto van hem gegeven. Je ziet daar dat het nog een hele jonge vent was.” Het is even stil aan de telefoon. “Maar heel veel weet ik niet van hem.”
Rolador kreeg postuum een onderscheiding van de KNSM. Fosch hoorde niets van de Stoommaatschappij terwijl ze in Nederland wel eens wat organiseerde voor kinderen van overleden vaders. Of dat lag aan het feit dat zij in Suriname zat en de meesten van haar lotgenoten hier, durft ze niet te zeggen. “Het lag in die tijd in Suriname allemaal wat ingewikkeld. Mijn ouder waren jong en ongetrouwd. Op mijn vaders overlijdensakte stond zelfs dat hij kinderloos was.”
Toch liet het lot van haar vader Fosch nooit meer los. Ze noemde haar zoon naar hem. Samen met hem werkte ze mee aan een project dat verhalen uit de oorlog vertelt aan jongere generaties. Haar zoon schreef als rapper RFx het nummer Eis vrijheid. “En ieder jaar gaan we naar de herdenking in Loods 6 op KNSM eiland. We vergrijzen wat, maar het is nog steeds de herdenking waar ook de Antillianen en Surinamers aan bod komen.”
4 en 5 mei activiteiten in Oost
Ook dit jaar zijn er weer veel activiteiten in Oost. Verdeeld over het stadsdeel zijn er op 4 mei zeven herdenkingen. Die in Loods 6 op KNSM-eiland begint om 15.00 uur. Verder zijn er verhalen te horen in huizen waar voor de oorlog Joden woonden en zijn er verschillende verzetsverhalen op locatie. Op 5 mei zijn op verschillende plekken vrijheidsdiners. Kijk voor het volledige programma op: www.4en5meiamsterdam.nl.
Dodenherdenking IJburg
De jaarlijkse dodenherdenking is op 4 mei in het Ed Pelsterpark. Vanaf 19.15 uur speelt de IJburgfanfare bij de vaste herdenkingsplek. De plechtigheid begint om 19.30 uur.
Na een toespraak door een lid van de bestuurscommissie Oost leest een tiener uit de wijk een gedicht voor. Er zijn op de herdenkingsplek foto’s te zien van Annemie Wolff, een naar Amsterdam gevluchte Duitse fotografe die behoorde tot de ‘Ondergedoken Camera’. Dit was een groep mensen die de bezetting met gevaar voor eigen leven probeerde vast te leggen. Na afloop van de bijeenkomst is er in de Binnenwaai gelegenheid om iets te drinken. Zie ook: www.debinnenwaai.nl.
Oorlogsverhalen uit Oost
De stichting Oorlog in mijn Buurt is op zoek naar ouderen die tijdens de Tweede Wereldoorlog woonden in het Oostelijk Havengebied, Indische Buurt, Dapperbuurt of de Czaar Peterbuurt. Leerlingen uit groep 8 van basisschool De Achthoek gaan voor een educatief project ouderen interviewen over Amsterdam in oorlogstijd.
De stichting Oorlog in mijn Buurt brengt, onder begeleiding van studenten of vrijwilligers, jongeren en ouderen met elkaar in contact. Door middel van de interviews wordt begrip gekweekt voor elkaar en de interactie bevordert actief burgerschap, democratie, dialoog, vrede en veiligheid. Het project loopt sinds al 2012 in verschillende stadsdelen.
Wilt u uw oorlogsverhaal doorgeven aan kinderen, dan kunt u zich telefonisch aanmelden (06-81683418) of via de website www.oorloginmijnbuurt.nl.
Door Pieter-Bas van Wiechen