Tijdens de Tweede Wereldoorlog verdiende de Amsterdamse Gemeentetram, sinds 1943 het GVB, aan de deportatie van Joden. De Gestapo in Den Haag betaalde de rekeningen met het geld dat de Joden vanaf 1941 moesten inleveren. De facturen van juli en augustus 1944 zijn nooit voldaan. Op 8 augustus reed de laatste tram, waarmee Anne Frank en haar familie zijn vervoerd.
Tijdens het maken van de nieuwe film en het gelijknamige boek Verdwenen stad bekeken cineast Willy Lindwer en schrijver Guus Luijters het Niod-archief. Tot hun verbijstering ontdekten ze dat het GVB begin 1947, dus bijna twee jaar na de bevrijding, een incassobureau inschakelde in de hoop het geld voor Jodentransporten alsnog te innen. Het gaat om 23 facturen.
De nazi’s huurden de eerste trams in juli 1942. Tot eind augustus 1944 zijn ongeveer 48.000 Amsterdamse Joden naar vooral het Centraal Station en Muiderpoortstation gebracht. In totaal zijn 63.000 Joden uit Amsterdam gedeporteerd. De meeste transporten in Oost gingen vanaf de Hollandsche Schouwburg – destijds een verzamelplaats voor deportaties – naar het Centraal Station en Muiderpoortstation. Deze beruchte tramlijn 8 keerde na de oorlog niet meer terug. Er reden ook trams van het Victorieplein naar het Muiderpoortstation.
Een gedenkbeeld en kleine foto-expositie op het Muiderpoortstation herinneren aan deze gitzwarte bladzijde.
Het vervoer van de Joden werd gescheiden gehouden van reguliere tramritten. In totaal reden ongeveer 900 trams, waarvoor het GVB ruim 9000 gulden (nu ruim 60.000 euro) ontving. Het GVB stuurde maandelijks declaraties naar de Zentralstelle für jüdische Auswanderung. Dit bureau coördineerde de Jodenvervolging. Voor zover bekend heeft het GVB tot nu toe geen schuld erkend en excuses gemaakt. Evenmin bood het bedrijf gedeporteerde Joden of hun nabestaanden een schadevergoeding aan. De NS deed dit in 2005 wel en zegde in 2018 een schadevergoeding toe.
Het Centraal Joods Overleg (CJO) gaat op korte termijn in gesprek met het GVB en de gemeente over een schadeclaim en wil dat het geld ten gunste van de Joodse gemeenschap
wordt gebruikt, bijvoorbeeld voor educatie over de Holocaust. Burgemeester Halsema reageerde met afschuw en schaamte over de rol van het GVB tijdens de Tweede Wereldoorlog. In opdracht van de gemeente onderzoekt het Niod de rol van het GVB bij de deportaties.