Nieuws

Gemeente Amsterdam zet in op natuurlijke vijanden: vogels en vleermuizen gaan eikenprocessierups te lijf

In de strijd tegen de eikenprocessierups heeft de Gemeente Amsterdam 3.000 kastjes voor vogels en vleermuizen opgehangen, ook bijvoorbeeld in het Oosterpark. Natuurlijke vijanden moeten de plaag helpen bestrijden.

Het kinderpierenbadje bij het Oosterpark is een plek waar de eikenprocessierups in 2019 hoogtij vierde: het gazon bij het badje wordt omringd door eikenbomen. De haartjes die de rups in mei verliest, branden op de huid en in de ogen van mensen. Recreanten bij het badje hadden hier zo’n last van dat de plek werd afgesloten. 

Zoiets wil de gemeente in de toekomst voorkomen. Er zijn verschillende maatregelen genomen om natuurlijke vijanden naar overlastplekken te trekken. Zo zijn er in de hele stad 3.000 nestkasten opgehangen voor boomklevers, kool- en pimpelmezen, en kasten voor vleermuizen. “We proberen de predaterende dieren naar de juiste locaties te trekken,” vertelt Jaike Bijleveld, regievoerder boomziekten & -plagen van de Gemeente Amsterdam. “Vogels eten rupsen en vleermuizen eten het nachtmotje waarin de rups eind juli verpopt. Maar ook bijvoorbeeld de sluipwesp en sluipvlieg eten de rupsen. Om die insecten aan te trekken maaien we waar mogelijk niet meer onder eikenbomen.” 

Uit pilotstudies van Kennisplatform Eikenprocessierups blijkt dat het ophangen van nestkasten effect heeft. Dit is bijvoorbeeld getest door de overlast in een eikenlaan met nestkasten te vergelijken met een straat zonder kastjes. Op een digitale kaart wordt bijgehouden waar de rupsen zitten en of de plaagdruk over de jaren vermindert. Bijleveld denkt dat het effect van de kastjes de komende jaren merkbaar wordt. In 2020 was er minder overlast, er waren landelijk minder rupsen. Dit kwam door een minder hete zomer en doordat vanwege de coronamaatregelen minder mensen buiten recreëerden.

De Vlinderstichting heeft gemeenten gevraagd zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen te gebruiken, ook biologische, omdat deze ook andere rupsen schaden. In Amsterdam worden bijvoorbeeld nematoden gebruikt, aaltjes die het rupsenlijf binnendringen en hem doden. Dit wordt in een vroeg stadium op de eikenboom gespoten. Ook wordt een bacteriepreparaat toegepast dat zich aan de bladeren hecht, waardoor de rupsen bezwijken als ze ervan eten. De Gemeente heeft zich ten doel gesteld vanaf dit jaar elk jaar 10 procent minder biologische bestrijdingsmiddelen te gebruiken.

De nestkastjes zijn gemaakt van hout van gekapte populieren uit de stad en in elkaar gezet door de Werkbrigade, door reïntegreerders die een traject volgen om werkervaring op te doen. Bijleveld: “Zij hebben met allerlei materialen leren omgaan en de kastjes zelf opgehangen met hoogwerkers – waarvoor ze een diploma hebben gehaald. Na de zomer maken ze de gebruikte kasten schoon, anders worden ze het jaar erop niet gebruikt. Ook weten we dan hoeveel nestkastjes bezet waren.” De kastjes zijn in elk park te zien. Ze zijn herkenbaar aan de drie Andreaskruisen.