Sport

De favoriete hardlooproutes van Hans Sibbel: ‘Soms loop ik op met een varend schip’

Hardlopen over de Nesciobrug en dan het Diemerpark in. Een mooier rondje kan cabaretier en hardloper Hans Sibbel zich niet voorstellen. “Ik hou van stilte.”

Als er iemand weet wat mooie hardlooproutes in Oost zijn, dan is het Hans Sibbel (54) wel. De cabaretier liep meer dan vijftien marathons en woont al heel lang in Amsterdam-Oost: vroeger in de Max Planckstraat, in de Watergraafsmeer, tegenwoordig op een woonboot in het Flevopark. Van daaruit gaat hij het liefst hardlopend richting IJburg, de Nesciobrug over. Het is zijn favoriete ronde.

“Als je op de brug loopt, dan geeft dat zo’n ongelofelijk machtig gevoel, met het water onder je,” vertelt hij. Daarna slaat hij steevast rechtsaf, het Diemerpark in. Omdat hij vaak ’s avonds moet optreden, loopt hij er meestal overdag. “En dan zie je daar dus niemand, behalve met een beetje geluk vossen en ringslangen. Het is totaal verlaten. Terwijl je gewoon in Amsterdam loopt.”

Wat Sibbel aanspreekt in het Diemerpark is de rust en de lange, rechte wegen. Niet voor niets wordt de Diemerzeedijk de ‘hardloperssnelweg’ genoemd. “Ik vind het fijn om tijdens het lopen niet al te veel impulsen te krijgen. Als je zo’n lange weg voor je hebt, hoef je nergens over na te denken. Zelfs niet over of je links of rechtsaf moet. Je komt dan in zo’n monotoon ritme. Dat krijg ik alleen bij lopen. Fietsen gaat al te snel.”

Hardlopen is voor de cabaretier tevens een uitgelezen mogelijkheid om ideeën voor zijn werk op te doen. Al hardlopend komen ze vanzelf binnen, zegt hij. “Als ik iets voor een column moet bedenken, ga ik hardlopen. Het is nog nooit gebeurd dat ik dan niet met een goed idee thuiskwam. Het lijkt wel alsof met hardlopen in je hoofd een creatief proces in werking wordt gezet.”

Andere favoriete hardlooprondes zijn voor Sibbel de Rondehoep, bij Ouderkerk aan de Amstel, en een rondje Ransdorp in Amsterdam-Noord. “Dan zet ik mijn auto neer op een parkeerplaatsje net voorbij Durgerdam. Als je dan via Ransdorp loopt, heb je alleen maar fietspaden. Overal heb je een weids uitzicht. In het voorjaar is het helemaal mooi daar, met parende karpers.”

In totaal liep Sibbel twaalf keer de marathon van Amsterdam. Magisch vindt hij die. “Gerard Nijboer, 1980: 2.09.01,” lepelt hij op. “Een Europees record destijds, en dat in mijn eigen stad!” Tegenwoordig loopt Sibbel geen marathons meer. De klad zit er een beetje in, geeft hij toe. Het gevolg van pijntjes en blessures. “Voordien had ik daar nooit last van. Ik begon gewoon altijd rustig, bouwde de zwaarte van de trainingen goed op en heb ook gewoon mazzel gehad, daar moet ik eerlijk in zijn. Ik mis het hardlopen enorm.”

Wel heeft hij nog een paar goeie tips voor beginners: “Zorg dat je er lol in hebt en houdt, dus laat vooral je horloge thuis, loop op gevoel en kijk om je heen, naar de natuur. Zoiets als intervaltraining kun je ook spelenderwijs doen. Als ik langs de Kanaaldijk loop, richting Driemond, probeer ik altijd een stuk met een voorbijvarende boot mee te rennen. Die gaat 28 km per uur, dus dat hou je nooit lang vol, maar zo hou ik het wel speels en uitdagend voor mezelf.”

Door Iwan Tol
Illustratie Merel Barends (De woelige Barends)