Over vijf maanden kiezen we in Oost de nieuwe stadsdeelcommissie. Maar wat deze volksvertegenwoordiging precies gaat doen, daar heeft de gemeenteraad nog niet over gestemd. De exacte invulling volgt pas na de verkiezingen en de meeste stadsdeelraden vrezen dan ook opnieuw vier jaar zoeken.
“De gemeenteraad moet het nieuwe stelsel nog vaststellen. Dat is, wat je er verder ook van vindt, onverantwoord laat wat mij betreft”, laat stadsdeelbestuurder van PvdA Thijs Reuten per mail weten. En hij is niet de enige die buitengewoon ongelukkig is met de gang van zaken. Collega Rick Vermin van GroenLinks noemt het geplande nieuwe bestuursstelsel zelfs een ‘wanstaltig gedrocht’. Hij begrijpt niet waarom je een bestaand systeem opheft, zonder dat er een duidelijke visie is hoe je de lokale politiek dan wél zou moeten versterken.
Vier jaar lang moesten de partijen in Oost het politieke wiel opnieuw uitvinden. Hoeveel macht hadden ze eigenlijk na het opheffen van de stadsdeelraden in 2014? Toch zijn ze opvallend positief over hoe ze nu functioneren. Zelfs de altijd kritische Sharona Ceha van Méérbelangen vindt het achteraf een leuke periode. “Het was minder politiek en we zochten samen naar oplossingen. Maar ik ben er geen voorstander van dat we nu als adviescommissie nog minder bevoegdheden krijgen.” Toch blijft Ceha wel meewerken, want het gaat haar om de mensen die in de wijk wonen. “Wij moeten erop toezien dat de wethouders van de stad echt naar de wijken komen om daar te zien wat er speelt.”
Ook Judith Lekkerkerker van D66 vindt het jammer dat er weer iets helemaal nieuws komt. “Ik had liever gezien dat we het bestaande systeem hadden gewijzigd.” De meeste partijen beamen dat de zoektocht heeft geleid tot minder politiek geharrewar en meer breed gedragen oplossingen.
Zelfs Marcel Mokveld van de VVD, de partij die samen met de SP eigenlijk van de stadsdeelbesturen af wil, beaamt dat de bestuurscommissie de afgelopen vier jaar best wel nuttige dingen heeft gedaan. Toch vindt hij het jammer dat er weer deelraadsverkiezingen worden opgetuigd. “Er is in dit stelsel geen coalitie-oppositiespel, de verschillende politieke kleuren zijn veel te weinig zichtbaar. Waarom benoem je niet gewoon een dagelijks bestuur in Oost en stop je met die adviesraden en commissies?”
Het nieuwe politieke stelsel lijkt het enthousiasme voor de stadsdeelpolitiek niet bepaald aan te wakkeren. Ceha stelt zich weer verkiesbaar, maar Reuten keert niet terug en is niet beschikbaar. Lekkerkerker en Mokveld staan (beiden waarschijnlijk onverkiesbaar) op de lijst van de gemeenteraad. Ook Vermin is niet meer herkiesbaar, al hoopt hij met een mooie uitslag van GroenLinks wel stadsdeelbestuurder te blijven.
De partijen zijn dus op zoek naar nieuwe kandidaten, iets wat niet zo gemakkelijk is. “Als je niet precies weet wat die nieuwe kandidaten straks mogen, is het ook lastig een profiel op te stellen”, weet Vermin. Eind november meer nieuws.
(De SP is ook benaderd voor een reactie, maar heeft niet op de mail van de Brug gereageerd.)
Een nieuw bestuurlijk stelsel: van stadsdeelraad via bestuurscommissie naar stadsdeelcommissie
In 2014 werd de stadsdeelraad (een soort gemeenteraad op stadsdeelniveau) vervangen door de bestuurscommissie. Die had flink minder bevoegdheden, maar kon bepaalde beslissingen nog wel nemen. De nieuwe stadsdeelcommissie heeft per maart 2018 alleen een adviserende rol.
Verder zijn er de volgende wijzigingen: het nieuwe dagelijks bestuur wordt benoemd door de stad en komt dus niet meer voort uit de gekozen volksvertegenwoordigers van het stadsdeel.
Daarnaast stemmen we niet meer in het hele stadsdeel op dezelfde lijst; er zijn volgend jaar per woongebied drie of vier kandidaten. Oost wordt onderverdeeld in vier woongebieden: Oud-Oost, Indische Buurt en Oostelijk Havengebied, Watergraafsmeer, IJburg en Zeeburgereiland. Eind november stemt de gemeenteraad definitief over het bestuurlijk stelsel 2018–2022.
Door Pieter-Bas van Wiechen
Lees meer over politiek en het bestuurlijke stelsel in Oost.