Nieuws

Een wandeling door Oost, op anderhalve meter

Amsterdam-Oost in coronatijd, hoe voelt dat? Is het stil in de stad, of zoeken bewoners toch de straten, pleinen en parken op? Een sfeerimpressie tijdens een wandeling door Oost, op een mooie zonnige zaterdag voor Pasen.

Voor de deur van coffeeshop Best Friends, hoek Molukkenstraat-Niasstraat, staat een lange rij. Deze zonnige zaterdag is voor velen blijkbaar een mooi moment om de voorraad cannabis aan te vullen. Geen zorg, iedereen blijft netjes op gepaste afstand van elkaar. 

Rijen zijn er deze middag op meerdere plekken in Oost. Op het trottoir van IJs-in-Oost in de Javastraat lopen jong en oud omzichtig om elkaar heen, op zoek naar een plekje om aan te sluiten. Eén voor één schuifelen ze de ijssalon in. Even verderop, bij supermarkt Het Lange Mes, lijkt het behoorlijk druk. “Voor mijn gevoel is het te vol,” zegt een klant die met twee tassen boodschappen naar buiten komt. “Maar ja, het is een geweldige winkel. Mensen komen er graag.” 

Wijkagenten
Is het té druk, op deze paaszaterdag? Twee wijkagenten, gemoedelijk met elkaar in gesprek op het zebrapad bij de Dappermarkt, werkfietsen losjes in de hand, zeggen er liever niets over. Ze verwijzen door naar de persvoorlichting van de Amsterdamse politie. Maar blijkbaar valt het mee, want ingrijpen lijkt nergens nodig. Zeker niet op de Dappermarkt, waar – ruwe schatting – slechts een derde van het normale aantal kramen staat. Verder zijn er vooral veel open plekken. Gelukkig is De Notenbar in vol bedrijf. Het is fijn wandelen met een zakje studentenhaver.

Als je er eenmaal op let, zie je in alle delen van Oost, van Sumatrastraat tot Kastanjeplein, beertjes voor de ramen, goed in het zicht voor de passerende kinderen. Buurtbewoners hangen over de balkons, om zichzelf voor de buren verderop verstaanbaar te maken. In een woning in de Vrolikstraat staan uitdagend twee flesjes Coronabier voor de vensterbank. Wat opvalt is het nieuwe Amsterdamse straatafval. Her en der liggen gescheurde plastic handschoentjes of gebruikte mondkapjes op het trottoir of tussen de struiken. 

Flessen witte wijn
In het Oosterpark is de sfeer ondertussen bijna gezellig te noemen. Het is druk, de stenen bankjes bij de muziekkapel, de rotsblokken bij Hotel Arena, de speeltuin, het grote grasveld, overal zijn mensen, van alle leeftijden. Toch voelt het veilig. De bewoners van Oost zoeken naar de juiste balans tussen samenzijn én social distancing. Onwennig tasten ze de grenzen af van wat wel en niet kan in de anderhalve metersamenleving.

Dat geldt ook voor de bewoners op de Borneokade, in het Oostelijk Havengebied, aan het eind van de wandeling. De sfeer op de kade is aangenaam. Bootbewoners klussen op hun woonarken, de eerste flessen witte wijn gaan open, en op de Borneosteiger zijn groepjes jongeren. Hun aarzeling is voelbaar. Mag ik hem nu wel aanraken of niet? Mag ik haar nu wel kussen of niet?

Voor de jongeren zijn de nieuwe spelregels zacht gezegd een uitdaging. Deze paaszaterdag voelt daarom als een voorproefje van wat ons de komende zomermaanden te wachten staat. Ja we gaan naar buiten, ja we verlangen naar elkaar, én ja we moeten afstand houden. Hoe gaan we dat in godsnaam doen? Dit maatschappelijk experiment is nog maar net begonnen.