Sport

Edo Baart, gepassioneerde looptrainer uit Oost: ‘Sommige profs zijn mijn aanpak niet gewend’

Als 53-jarige oogt hij, volledig gestoken in Cruyff-trainingskledij, jaloersmakend afgetraind. “Hier loop ik altijd in, tot ongenoegen van mijn vriendin,” lacht Edo Baart hardop. Hij is een ervaren atleet die in de jaren negentig meedong bij Nederlandse kampioenschappen atletiek en de nationale selectie van de atletiekbond haalde. Ook na zijn veertigste speelde hij nog een serieuze rol. 

“Op mijn tweeënveertigste zat ik bij de Nederlandse top, dat was uitzonderlijk op die leeftijd. Bij de 35-plussers werd ik Europees kampioen tien kilometer met twee vingers in mijn neus. Dat was gaaf, ik won niet een beetje, maar echt vernederend en dat is lekker hoor. Dat je kunt zeggen: heb je mijn hakken gezien?”

Sinds jaren is Edo looptrainer voor tennissers, hockeyers en veel jeugdige profvoetballers. Op een kleine kunstgrasstrook nabij AthenA vertelt hij, in origineel Amsterdams en gepassioneerd gebarend, over zijn looptechniektrainingen. Stiltes vallen er niet: incidenteel onderbreekt een schaterlach zijn enthousiaste woordenstroom. Meermaals passeren bekenden, die uitbundig worden begroet: “Hier geniet ik van: iedereen kent mij en ik ken iedereen.”

“Eerst zagen veel profvoetballers het nut van looptraining niet, maar inmiddels begrijpen de meesten hoe belangrijk snelheid is: startsnelheid, wendbaarheid, explosiviteit, reactievermogen. Het is te gek voor woorden: TNO heeft onderzocht dat je maar 1% van de wedstrijd balbezit hebt, 99% moet je lopen. Coördinatie en motoriek, heel belangrijk! Eenvoudige bewegingsoefeningen, zoals trippelen op één been, zijn een drama bij sommige jongens. Simpele loopcoördinatie is de basis. Eerst langzaam, dan de beweging optimaliseren en daarna maximaliseren. Bij hardlopen altijd armen langs het lichaam, want 12% van je snelheid haal je daaruit. Er mag één boek aan ruimte tussen armen en lichaam zitten, maar níet dat dikke sinterklaasboek! Het is continu benoemen en herhalen. De eerste stap is essentieel bij het loskomen van je tegenstander. En als die niet superexplosief is, ben je een waardeloze voetballer. Stop dan maar. Luister je niet naar me? Kom dan ook niet bij me aankloppen.”

“Grotere jongens laat ik soms halfdood gaan, zo hard train ik ze. Machtig om te zien, kippenvelmomentjes man! Het zijn bijna machines, die lichamen… Jongens van zestien, zeventien van PSV en AZ. Maar mij maakt het geen reet uit of ik iemand van Ajax heb of Zeeburgia, als ze maar gemotiveerd zijn. Sommige profs zijn mijn aanpak niet gewend. Zij worden de hemel in geprezen, maar daar doe ik nul komma nul aan mee. Als ze halfbakken trainen, word ik daar niet vrolijk van en laat ik dat ook horen. Ik heb immers ook aan topsport gedaan en weet waarover ik praat. Jongens van ADO zeiden ooit: ‘Na de eerste training vonden we jou echt een klóótzak!’ Ik ben ook niet hun vriend, maar later vaak wel. Omdat ik duidelijk en eerlijk ben. Als ze zich kwetsbaar opstellen, vragen stellen en vooruitgaan dan geniet ik daarvan. Plezier blijft het allerbelangrijkste. Stoppen met trainingen? Nee, sowieso nog tien of twintig jaar. Komende jaren hopelijk in Rusland en later Afrika.”

Instagram: Improvebyrunning