Afgelopen najaar is de sportaccommodatie in het Diemerpark dankbaar in gebruik genomen door de IJburgse voetbal- en hockeyclub. Er waren toen drie van de vijf velden aangelegd, en er werd een tijdelijk clubhuis geplaatst. Dit alles met uitzicht op verdere uitbreiding in 2011. Helaas, stadsdeel Oost heeft in januari moeten besluiten deze uitbreiding ‘in afwachting van nader onderzoek’ op te schorten. Nader onderzoek? Er is daar in het Diemerpark toch ruimte zat? Waar wachten we op? We vragen het aan Peter de Bruin van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht, die als beleidsadviseur Bodem alles van het park weet.
De vertraging en de door het stadsdeel betoonde voorzichtigheid hebben alles te maken met de bijzondere situatie hier. Als je kijkt naar de welig bloeiende velden zou je het haast vergeten, maar het Diemerpark is geen gewoon park. Het is kort gezegd een daktuin, aangelegd op een enorme schoenendoos van ondoordringbaar materiaal. En ín die doos zit een erfenis. Een erfenis uit de tijd waarin het begrip ‘milieu’ alleen werd gebruikt voor de familie waartoe je behoorde. Huishoudelijk afval, bouw- en sloopafval, chemisch afval, vaten met gif: vrachtauto’s losten de smerigste ladingen met toestemming van de overheid achter de Diemerzeedijk. Daar waar niemand het zag en dus niemand er last van had. Af en toe de fik erin, dan kwam er weer ruimte voor meer. Dat waren nog eens tijden.
Zodra ‘milieu’ de betekenis kreeg die we er vandaag aan hechten, is het storten en verbranden gestopt. Maar het vuil lag er nog, zat nog in de grond. Toen de plannen voor IJburg werden ontwikkeld was er één belangrijke voorwaarde: de stortplaats moest eerst worden gesaneerd. In 2001 was die sanering klaar, in 2003 lagen de paden er.
De sanering
Het was een bijzondere klus. De vervuilde grond werd niet afgevoerd zoals eerder gebeurde in Lekkerkerk, maar zorgvuldig ingepakt. Diep in de ondergrond ligt een van nature slecht doordringbare laag klei. Die vormt de bodem van de doos. In een omtrek van vijf kilometer rondom het vervuilde gebied zijn tot een diepte van 26 meter schermwanden gestort van zandbetoniet gemengd met polymeer. Dat materiaal is stug en flexibel tegelijk, waardoor het ook bij grote druk van opzij ondoordringbaar blijft. Er werd een buizensysteem aangebracht om de gassen uit het afval af te voeren. De zo ontstane doos werd hermetisch afgesloten met een deksel van soortgelijk materiaal als de wanden. Daarbovenop is een 1,20 meter dikke leeflaag gestort van aarde en zand, met daarin een drainagesysteem om het regenwater af te voeren. Tot slot werden er wandel- en fietspaden aangelegd, en de natuur zorgde voor de rest.
Duurzaam en veilig
“De doosconstructie alleen al zou je als duurzaam en veilig kunnen beschouwen,” zo vertelt Peter de Bruin van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht. Als beleidsadviseur Bodem heeft hij de supervisie over de hier getroffen bodemsaneringsmaatregelen. “Als extra slot op de deur werd echter ook een pomp- en zuiveringssysteem aangelegd.” Dat systeem wordt aangestuurd vanuit het Waternethuisje dat prominent naast de sportvelden ligt, en waar het opgepompte grondwater wordt gecontroleerd en gezuiverd voordat het wordt afgevoerd. “De circa 20 meter diep geplaatste pompen moesten er voor zorgen dat het grondwaterpeil binnen de doos werd verlaagd. Het peil zou zó laag worden gehouden, dat bij eventuele lekkage van de schermwand vermenging met het grondwater buiten de doos werd uitgesloten.”
Pompen en draineren
Werkte het zo in de praktijk? De Bruin: “De grondwaterstanden en de kwaliteit van het grondwater worden sinds de sanering voortdurend gemeten in een systeem van peilbuizen en meetpunten, zowel binnen als buiten de schermwand. Bij de laatste metingen bleek dat het peil ondanks al het pompen ook na negen jaar niet noemenswaardig was gezakt. Dat maakte nader onderzoek nodig. In samenwerking met Waternet wordt nu uitgezocht of het grondwater hoger in de doos kan worden afgepompt. En of dat kan zonder afbreuk te doen aan de veiligheid van het systeem.”
Tegelijkertijd wordt gekeken naar de afvoer van hemelwater, het regenwater dat in de leeflaag terecht komt. Vooral onder de sportvelden mag de grond niet te nat worden omdat er anders schade aan de belangrijke afdeklaag kan ontstaan. Het benodigde drainagesysteem neemt Waternet mee in het huidige onderzoek. “Misschien kunnen we werk met werk maken door beide systemen te combineren,” zegt De Bruin. “Als dat de oplossing is, kunnen de pompinstallaties komende jaren in het hele terrein worden aangepast.”
Parkeerproblemen
Betekent dat dan ruim baan voor de volgende twee sportvelden? De Bruin: “Het stadsdeelbestuur neemt pas een besluit als het onderzoek is afgerond. Dus niet te vroeg gejuicht. Er is namelijk nog een bijkomend probleem, dat het stadsdeel óók graag opgelost wil zien.”
Bij de ingebruikneming van de huidige drie velden bleek al snel dat destijds, bij het ontwerp van het Diemerpark, de behoefte aan parkeerruimte over het hoofd is gezien. En parkeren is traditiegetrouw nauw met sportbeoefening verbonden. Daarom wil het stadsdeel ook nader onderzoek naar de vraag of en hoeveel auto’s je rondom de velden kwijt zou kunnen. Er lijkt ruimte voor, maar schijn bedriegt in dit geval: met de aanleg van de daktuin is onvoldoende rekening gehouden met belasting door auto’s. De Bruin: “De vraag is: wat kan het dak hebben en hoe houden we de goede werking van de aangebrachte saneringsmaatregelen in stand? En wat zijn de alternatieven? We zijn op dit moment met het stadsdeel en Waternet druk aan het rekenen en meten.” Bijkomend probleem bij de uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen is het feit dat het Diemerpark onderdeel uitmaakt van de ecologische hoofdstructuur. De Bruin: “Door de strenge regels die hier gelden zijn extra parkeerplaatsen niet eenvoudig te realiseren.”
Het is de bedoeling dat de onderzoeken vóór de komende zomer zijn afgerond. Het stadsdeel maakt dan bekend hoe het verder gaat.
Diemerparkstrand veilig
De grens van de schoenendoos onder het Diemerpark wordt aan de zuidkant gevormd door de Diemerzeedijk en aan de noordkant door het fietspad. Dat wil zeggen dat het Diemerstrandje er helemaal buiten valt. Bovendien is daar destijds bij de sanering al het verontreinigde slib aan de buitenkant van de doos weggehaald en vervangen door schoon zand. Al in 2004 heeft onderzoek uitgewezen dat het strandje zonder beperkingen gebruikt kan worden als recreatiestrand.
Wat betreft het zwemwater daar: zoals bij alle openbare wateren is de provincie Noord-Holland verantwoordelijk voor de kwaliteit van het zwemwater en voor de monitoring daarvan. Dat speelt voornamelijk in het zomerseizoen, als door hoge temperaturen blauwalg kan optreden. Het stadsdeel voert regelmatig visuele controles uit. Mochten de handhavers iets verdachts zien, zoals bijvoorbeeld schuim of algen, dan nemen ze direct contact op met de provincie. Is er reden voor een blauwalgalarm, dan worden er waarschuwingsborden geplaatst.