Nieuws

Dichter Daan Doesborgh belandt ‘in een identiteitscrisis met een normale stem’

Ter gelegenheid van de Nationale Gedichtenweek organiseert (slam)dichter en student Boekwetenschap Daan Doesborgh woensdag 30 januari een poëzieavond in zijn favoriete buurtcafé Daan & Daan. Hij komt daar graag, want in zijn studentenhuis vindt hij het niet echt gezellig.

Je bent al jong begonnen met slammen en je staat met je grote gebaren en luide stem niet bepaald bang op het podium. Waar haal je het zelfvertrouwen vandaan?
“Ik heb het nooit eng gevonden om op het podium te staan. Toen ik 17 was ging ik mee met dichter en vriend Quirien van Haelen naar Düsseldorf. Hij zou daar een soort gastoptreden verzorgen voor dichters van buitenaf. Het probleem was: al zijn gedichten waren in het Nederlands geschreven. Ik heb toen aangeboden de gedichten op het podium in het Engels te vertalen. Ik trad naast hem op als een soort vertaalrobot. Alleen vertaalde ik de gedichten expres helemaal anders. Het publiek vond het geweldig. Op dat festival heb ik de smaak te pakken gekregen. Toen we vervolgens in de jaarfinale mochten optreden, werden we genadeloos afgemaakt. Dat was mijn kennismaking met poetry slam. Eerst een overwinning en vervolgens een nederlaag. Ik dacht: zo werkt dat dus. Daarna ben ik mijn eigen gedichten op het podium gaan voordragen.”

Op je 18de was je al stadsdichter van Venlo. Hoe kijk je terug op die periode?
“Ik ben blij dat ik de gedichten die ik toen schreef niet vaak onder ogen krijg, die waren niet al te best, veel effectbejag en zo. Toch heb ik ontzettend veel geleerd van die periode. Mijn gedichten werden gepubliceerd in de krant, ik moest optreden voor Radio Venlo. Oké, Radio Venlo had misschien maar honderd luisteraars, maar ik heb goed kunnen oefenen. Als mij nu wordt gevraagd om bij Radio 1 een gedicht voor te dragen, dan weet ik hoe ik in een microfoon moet praten. Ik kom dan wel professioneel over.”

In 2010 won je met Martijn Teerlinck het NK Poetry Slam. Wat heeft die overwinning je opgeleverd?
“Als ik kijk naar de twee winnaars die mij flankeren, Ellen Deckwitz (2009) en Kira Wuck (2011), denk ik: niet zoveel. Zij hebben volop media-aandacht gekregen, ik niet. Omdat er door een juryfout ineens twee winnaars waren, denk ik dat de media het maar een beetje hebben laten zitten. Maar over gebrek aan optredens hoef ik niet te klagen. Ik heb nooit zelf organisaties hoeven aanschrijven. Ik word wakker, open mijn inbox en zie de vraag of ik op wil komen treden.”

Op een literaire blog zag ik een discussie rondom een opmerking van iemand die naar aanleiding van een optreden van jou postte: “tenenkrommend effectbejag van iemand die (nog?) niets te zeggen heeft”. Daar heb je dat woord weer, ‘effectbejag’. Is dat een gevoelig punt?
“Ik ken de persoon in kwestie niet, dus waarom zou ik me daar iets van aantrekken? Ik snap wel waar zo’n aantijging vandaan komt. Ik kan nou eenmaal heel hard praten. En als het rumoerig is, doe ik dat ook.”

Maar kun je tegen kritiek?
“Ik heb zojuist uit allerlei hoeken feedback gehad op mijn nieuwe gedichten, van onder meer Hagar Peeters en Ellen Deckwitz. Opvallend is dat ze allemaal hetzelfde kritiekpunt hebben: mijn beeldgebruik is te particulier. Als ik forse kritiek heb gekregen, schrijf ik een tijdje niet zoveel. Steeds als ik dan aan een nieuw gedicht wil beginnen, hoor ik die kritiek in mijn hoofd.”

Maak je onderscheid tussen gedichten die bedoeld zijn voor op papier en die je schrijft voor een slam of voordracht?
“Op het podium kun je met dingen wegkomen die op papier vervelend overkomen. Op papier ben je de vierde keer diezelfde stokregel wel zat, maar op het podium werkt herhaling heel goed. Ook zwakke of ronduit versleten beeldspraak valt minder op. Ik vind het jammer dat mijn Tom Waits-gedicht is opgenomen in mijn bundel, want dat is bij uitstek een podiumgedicht. Het begin Samen waren wij de mannen / met kelen van schuurpapier is ronduit cliché. En de hele performance leunt op het feit dat ik Tom Waits wel aardig na kan doen.”

Hoe kom je aan zo’n stem?
“Iedereen denkt altijd dat ik een zware nacht heb gehad gisteravond, maar dat is niet zo, althans: dat is vaak niet zo. Ik ben altijd zo hees geweest. Mijn moeder heeft me wel eens mee naar de dokter genomen. Hij zei: ‘Er is niets aan de hand, zo is zijn stem gewoon.’ Stel dat er een dokter is die ervoor zou kunnen zorgen dat ik een normale stem krijg, dan zou ik direct in een identiteitscrisis belanden. En mijn vriendin zou het ook niet leuk vinden.”

Wat vind je van de jas?
“Ik zie er niet uit als iemand van de Gestapo zo? Nee, daar heb ik het haar en de baard niet voor.”

Paspoort
Naam: Daan Doesborgh
Beroep: dichter en student Boekwetenschap
Geboren: in 1988 in Steyl
Bekend van: in 2005 was Daan Doesborgh stadsdichter van Venlo, in 2008 publiceerde hij de bundel De Reeds Beweende Liefdes van Daan Doesborgh. In 2010 verscheen De Venus Suikerspin en won hij met Martijn Teerlinck het NK Poetry Slam.
Binnenkort te zien: op woensdag 30 januari treedt Doesborgh met o.a. Sam Harras, Willem Broens en Simon Mulder op in Café Daan & Daan, Kattenburgerplein 39, aanvang 21.00 uur.