De trainingen zijn heftig. De eerste les na de intake dacht ik nog: best een zachtaardige man voor een marinier, hij blaft helemaal niet. Maar toen had ik nog niets gezien. Dat was Patricks visie op rustig opbouwen. Bij les twee gaat hij los, of beter: moet ik los gaan. Hij blaft nog steeds niet, maar ik krijg geen kans om tussendoor bij te komen. Door, door, door moet ik. En ik, die volgens de hardlooptrainer zo efficiënt zweet (lees: bijna niet), gooi nu met klotsende oksels en druipende rug gewichten in de lucht, buig en strek, en hijg en puf.
Bij de laatste oefeningen – op een loopband vier minuten tegen een steeds steiler wordende helling rennen, afgewisseld met twee minuten buikspieroefeningen en dat drie keer achter elkaar zonder pauze – ga ik helemaal stuk. “Kappen nou!” roepen mijn benen. “Dóórgaan!” zegt Patrick. “Wanneer mag ik jou eens trainen?” vraag ik zuur. Patrick lacht. Ik niet. Man, wat is dit afzien. Maar het werkt wel: zover als hij me brengt, zou ik mezelf nooit krijgen. Zo verleg je dus grenzen.
De derde training zeg ik af, ik voel me niet lekker (écht). De laatste training van deze maand is goed te doen. Ik ontdek bij toeval een truc. Het mariniersverleden van Rambo intrigeert me en ik stel er tussendoor wat vragen over. Hij is zo beleefd om te antwoorden en voilà: twee minuten om uit te blazen. Ik leer trouwens nog iets: laat nóóit blijken dat je meer wilt. Omdat mijn sportbroek in de was ligt, heb ik mijn hardloopbroek aan, zo’n strak geval dat nergens een millimetertje van je lijf wijkt. Mijn probleemzone wordt genadeloos getoond en mijn spiegelbeeld ergert mij. Als ik na een paar arm-, schouder-, been- en buikspieroefeningen roep dat mijn billen aan de beurt zijn, grijnst Patrick. “Daarom moest je de vorige keer tegen de heuvel oprennen,” legt hij met terugwerkende kracht uit. Aha. En nu? “Deze oefening was ik al van plan,” zegt hij en ik krijg twee enkelbanden met een elastiek ertussen. Een bedenkelijk attribuut. En effectief, blijkt even later. Steeds vaker moet ik liggend een been zijwaarts en later achterwaarts liften en weer iets terug, waarbij ik de spanning op het elastiek moet houden. Dat voel ik en dat is zacht uitgedrukt. Mijn dijen en billen staan in brand. Maar dat geeft niet. Bye, bye, cellulite!