Karma en Image willen niet meer meewerken aan deze columns omdat ze vinden dat ik ze verkeerd neerzet. Op elk huisfeestje dat ze bijwonen moeten ze zich verantwoorden voor de verhalen die mensen over ze in het mighty IJburg-krantje en in elke winkel die ze bezoeken om het een of ander aan te schaffen of stelen worden ze gedwongen hun avonturen uit te leggen. Het is zonder meer waar dat ik hun belevenissen af en toe wat aandik maar dat is geheel in de dienst van de Kunst. Ik ben maar een dienaar van diezelfde Kunst dus doe ik gewoon wat elke pion in mijn situatie zou doen. Wat ben ik toch bescheiden. Dit siert mij enorm. Ik ben een prachtmens. Deze laatste drie fraaie zinnen zijn jammer genoeg niet van toepassing op Karma noch Image. Zij hebben zich echt laten kennen, zoals dat in de volksmond heet. En om nog maar even met de volksmond te praten: Karma en Image zijn ondankbare honden. Na alles wat ik voor ze heb betekend, durven zij mij op deze manier te laten vallen. Ik zal zorgen dat ze nergens meer als columnpersonage aan de bak kunnen. Zij zijn klaar. Karma en Image zijn op, mensen. Laat het rusten. Lees mijn vorige columns nog een laatste keer door en vergeet K&I daarna alsof je Alzheimer hebt. Het is niet dat ik haat probeer te zaaien; ik ben een vredelievend mens. Een sober, verstandig en goed mens. Maar nu verdienen ze beiden een nekschot. Een figuurlijke natuurlijk. Maar zo eentje waarvan ze onmiddellijk sterven. Letterlijk. Karma en Image zijn van mij. Ik mag met ze doen wat ik wil, kijk me niet zo aan. Ze hebben de handen waarmee ik ze zo vele columns lang voedde opgegeten en uitgepoept. Ging het maar om een beet. Daar komt een mens nog overheen. Maar hoe ga ik nu leven zonder mijn tien vingers en twee handpalmen? Vandaar dus dit lelijke handschrift, ik schrijf dit met mijn voeten. Ik moet gewoon doorzetten.