Dat ik het overheerlijke feestcafé Ruk & Pluk aandeed was alweer een klein eeuwigheidje geleden. Het was een wazige avond waarop een glibberige gast voortdurend tegen mijn lieftallige vriendin bazelde dat hij haar “een hele sexy vrouw” vond. Hij ratelde over zijn eigen bedrijf, waar hij wekelijks zo’n tachtig uur van zijn leven in stopte. “De rest van de tijd bedrijf ik de liefde met mijn vrouw”, luidde zijn huiveringwekkende slotverklaring. Verder was het onvergetelijk gezellig.
Vanavond keer ik terug. Een of andere mooie topgek wordt veertig, dus ja, dan is troostbier tanken in Ruk & Pluk het onvermijdelijke lot. In deze oer-Hollandse tent zuipt de vaste klandizie zich kapot aan de bar, die wordt bevrouwd door middelbare prachtdames genaamd Jannie of Marijke. Bakjes met chippies worden doorlopend bijgevuld, lege glazen bedreven opgehaald. Op roze teenslippers. Afgeraffelde kleedjes uit je oma’s tijd sieren bruine tafels. Het groezelige toiletje is brilloos, een condoompje kost een euro. Ontelbare kerstlichtjes hangen aan een levendig plafond, evenals overigens een immense opblaaslul. Maar dat terzijde.
Er passeert een déjà vu. Een kale hooliganachtige loopt langs vriendinlief, die subtiel terugdeinst. “Ik ga niet dwars door je heen hoor, al zou ik dat graag willen”, bast hij vriendelijk en tegelijkertijd een beetje lomp. Girlfriend en ik wisselen een gniffelende blik van verstandhouding uit, terwijl we André Hazes voor de achttiende keer een beetje verliefd horen zijn. Prompt valt de kleinste barvrouw in de warme armen van een willekeurige klant. Dankzij een stijgend promillage worden de gesprekken logischerwijs steeds diepzinniger. Er wordt hier te veel geluld, zegt een vrolijke poster aan de muur.
Omdat onze broze gezondheid vannacht toch al reddeloos verloren is, belanden we getweeën in snackbar Piramide op de Beukenweg, de enige malloot die nog open is. Vriendinlief valt als een uitgehongerd dier mijn shoarma aan. “Ik vind je een hele sexy vrouw”, zeg ik tegen haar.