Het gedoe over #MeToo is alomtegenwoordig, vermoedelijk omdat de politiek stilligt tijdens de formatie en het herfstvakantie is en sja de kranten moeten vol, dus de luie journalist kijkt dan naar waar mensen over twitteren. Overtikken, rel aanblazen, en hoppa, kopij!
Voor wie het ontgaan is: op Twitter gebruiken vrouwen het label #MeToo om aan te geven dat zij slachtoffer zijn van seksueel misbruik. Wat dit oplost weten de dames zelf ook niet, maar hee, over jezelf praten vinden vrouwen het mooiste wat er is en vanuit je luie stoel ‘actievoeren’ met een hashtag, hoe makkelijk is dat?
Problematisch is echter dat onder #MeToo allerlei ellende op dezelfde hoop wordt geveegd: van nafluiten op straat tot groepsverkrachting. Het lijkt mij niet wenselijk om dat gelijk te stellen, trauma-technisch gesproken, maar we moeten ook weer niet gaan leedmeten en concurrentie aangaan met elkanders ellende. Gelukkig zijn vrouwen onder elkaar nooit jaloers en competitief ingesteld, dat scheelt.
Als we nou zaken als aanranding en verkrachting overlaten aan politie, rechters en therapeuten. En intimidatie op het werk en op school aan vertrouwenspersonen. Blijft over: ongewenst gedrag in de openbare ruimte, dat is een terrein waar we allemaal verantwoordelijk voor zijn.
En nee, nafluiten of sissen doet geen pijn. Het is ook geen ramp. Maar het is wel hinderlijk, iedere vrouw in deze buurt weet precies welke pleintjes en straten bevolkt worden door jongemannen die klinken als een leeglopende fietsband. Als je ze negeert, schelden ze je uit. Als je vriendelijk lacht worden ze nog opdringeriger. Je kan het, kortom, niet goed doen.
Daarbij heb je ook nafluiten van het model-bouwvakker. Dat is doorgaans vrij vrolijk, kaliber ‘Goeiemorrrege schat!’ Kun je gezellig eens wuiven, goedemorgen zeggen en door. Kunnen we de sissende straatjongens niet leren om niet zo glibberig groepsgewijs te opereren, maar meer joviaal-ja-hallo-gezellig? Is uw broertje of zoon zo’n etter, stel het hem eens voor. Maak hem duidelijk dat vrouwen hun gedrag naar en intimiderend vinden, en dat je best hallo kan zeggen op een open, vriendelijke manier.
Of doe zoals de mijnheer die regelmatig op een bankje bij mijn huis zit te blowen: die neemt de zaken zeer serieus en deed me een huwelijksaanzoek. Ik bedankte beleefd. Daags erna liep ik met mijn man langs zijn bankje. ‘Hee jij ziet er mooi uit man,’ zei de Lothario van de Alexanderkade, ‘je moest met mijn zuster trouwen!’ Mijn geliefde overwoog het voorstel maar wees toen op mij: ‘Nee merci, ik heb al een vrouw.’
‘Geeft niks man, neem twee vrouwen, kan in mijn cultuur!’
Ziet u, niet alleen vrouwen zijn onderwerp van commentaar op straat. Het kan alleen allemaal wat vrolijker, en, kennelijk, ook heel pragmatisch.